Burnout behandelen? Zo herstel je van een burnout

Deze pagina gaat over het behandelen én herstellen van een burnout, middels het burn-out en overspannen-herstelprogramma, ook wel het 4-fasen herstelprogramma. Het programma werd in de loop van ongeveer 20 jaar door mijzelf, huisarts Ellis, ontwikkeld. Dit herstelprogramma is bedoeld voor de behandeling van een burn-out(component) en overspannenheid.

Om de vraag naar behandeling van burn-out en andere behandelspecialisaties op te kunnen vangen, hebben we een vermoeidheidsspreekuur opgericht. Naar aanleiding van vragen die hierover gesteld werden, kunt u hier alles lezen over het vermoeidheidsspreekuur.

Snel naar een specifiek onderdeel? Klik erop in de inhoudsopgave hieronder.


Overspannen of burn-out?

Klik hier om meer te lezen over overspannenheid, een burn-out en wat deze twee van elkaar onderscheidt.

1. Voor wie?

Dit programma kan door eenieder die herstellende is van een burn-out of overspannenheid gevolgd worden. Het is ook toegankelijk voor patiënten die niet vast in mijn praktijk zijn ingeschreven. Ik behandel patiënten uit heel Nederland en Vlaanderen. Voor een coaching bij dit traject hoeft u niet naar mijn praktijk te komen. Het kan heel goed telefonisch.


2. Over het 4-fasen herstelprogramma

Kun je genezen van een burn-out? Ja. Het 4-fasenherstelprogramma is een behandelplan dat zich richt op de behandeling en het herstel van een burn-out of overspannenheid. De focus ligt op de vroege herstelfasen, waar vaak een slaapgebrek (bijvoorbeeld 4 tot 6 uur slaap per nacht, i.p.v. 8 uur) bestaat met een beperkte concentratieboog van slechts 5 tot 30 minuten. Dat wil niet zeggen dat mensen die verder zijn in hun herstel niet zouden profiteren van de behandeling, maar mensen met een concentratieboog van langer dan 30 minuten zullen zich niet snel melden. Dit komt doordat zij hun verminderde concentratie ofwel niet opmerken, ofwel bagatelliseren.

Kern van het 4-fasenherstelprogramma bestaat uit:

  • Verbeteren van de slaap o.a. door het invoeren van een middagslaap die, opgeteld met de nachtslaap, zorgt voor een totale slaapduur die ± 2 uur langer is, dan in gezonde omstandigheden nodig is.
  • Vaststellen van de concentratieboog en niet overschrijden van deze concentratieboog.
    Is deze concentratieboog bijvoorbeeld slechts 10 minuten, dan behoren dagelijkse activiteiten, zoals: winkelen, bezoek (ontvangen), lezen, studeren, computeren, deze 10 minuten niet te overschrijden. Zo wordt de concentratiebelasting aangepast aan de draagkracht ervan, waardoor overprikkeling wordt voorkomen.
  • Verbeteren van de concentratieboog door de toegenomen en verbeterde slaap.
  • Coaching door arts; want zo eenvoudig als de drie bovengenoemde onderdelen mogen klinken, toch blijken de meeste patiënten in de praktijk er niet in te slagen om, met name de eerste twee, fasen op eigen kracht door te voeren.

Herstel in 4 fasen
De slaap herstelt zich door deze maatregelen vaak spontaan, maar niet altijd. Verloopt het herstel van de slaap desondanks te traag, dan kan het slapen met natuurlijke of reguliere medicamenten ondersteund worden. Het herstel verloopt in vier fasen:

  1. Ontprikkelingsfase:
    Duur: gemiddeld 1 maand;
    Doelen: Ontprikkelen, dagstructurering, middagslaap introduceren; slaaptoename.

  2. Slaapfase:
    Start fase: vanaf het bereiken van een normale nachtslaap + 2 uur middagslaap;
    Duur: gemiddeld 1 maand;
    Doelen: Slapen, slapen, slapen (gemiddeld ongeveer 2 uur meer dan normaal; meer is beter); toename concentratietijd.

  3. Leerfase:
    Start fase: vanaf concentratie van 1 (!) uur en het averechts werken van de middagslaap;
    Duur: gemiddeld 1 maand;
    Doelen: Omgaan met grenzen en met nieuwe zin en energie; opbouw fysieke conditie; re-integratie voorbereiden.

  4. Re-integratiefase:
    Start fase: vanaf 2 uur concentratie en een normale slaapbehoefte;
    Duur: Afhankelijk van uren aanstelling. Start bij 2 uur concentratie met 6 uur per week re-integratie, en uitbreiding met 2 uur/week.
    Doel: Re-integreren.

2.1 Verschil met andere herstelprogramma’s

De gebruikelijke herstelprogramma’s  die voor overspannenheid en burn-out ontwikkeld zijn, inclusief de richtlijnen van de arbo-arts, schenken opmerkelijk genoeg geen aandacht aan de slaapduur en de concentratie en daarmee ook niet aan het herstel hiervan. Gewoonlijk proberen deze programma’s in te gaan op de wijze waarop de overspannenheid ontstaan is en gaat het erom een plan van aanpak te maken om uit de overspannenheid te komen.

Hoe logisch deze managementaanpak ook lijkt, in fase 1 en 2 is dit een foutieve aanpak die geen recht doet aan de zeer beperkte mogelijkheden van iemand die overspannen of burn-out is. Bij iemand die overspannen of burn-out is met een concentratie van minder dan 1 uur, is het managementvermogen zelf aangetast en dit moet eerst herstellen.

Bijvoorbeeld: een gesprek bij een psycholoog duurt al snel 45-60 minuten en is meestal emotioneel beladen. Ik beschouw een dergelijk gesprek pas verantwoord in fase 3 van het 4-Fasenherstel-programma; in fase 3 is er een concentratie van minimaal 1 uur. Wordt een dergelijk gesprek eerder aangegaan – bijvoorbeeld bij 10-30 min. concentratie – dan vindt er opnieuw een mentale overbelasting plaats en dit vertraagt het herstel. Bovendien blijkt dat bij een dergelijk concentratievermogen er geen innerlijke wens bestaat om verder te komen. Er bestaat doorgaans een behoefte aan rust. Het ontbreken van die innerlijke wens maakt dat het gesprek ook nog eens onproductief wordt. Ook dit is in fase 3 geheel anders.

In fase 3 is het managementvermogen door middel van de vele slaap inmiddels grotendeels hersteld en dit komt tot uiting in een innerlijke behoefte weer uitdagingen aan te gaan, weer aan de slag te mogen gaan en de innerlijke wens van het gebeurde te leren. Hier is veelal geen psycholoog meer bij nodig.

Bij andere programma’s wordt fase 2, de herstelfase, overgeslagen. Er is in dat geval sprake van een 3-fasenprogramma waarbij fase 2 uit dit 4-fasenprogramma is weggelaten.

2.2 Andere toepassingen herstelprogramma

Hoewel overspannenheid en burn-out de belangrijkste indicatie vormt voor dit programma, is het programma geschikt voor iedere situatie waarbij het brein herstel nodig heeft. Dit kan ook noodzakelijk zijn na een hersenschudding, een beroerte of bij aandoeningen die met een chronische vermoeidheid gepaard gaan zoals long covid, fibromyalgie en cvs/me. Bij deze laatste aandoeningen is de concentratie vaak fors gestoord- de zogenaamde brainfog (hersenmist).


3. Kosten en vergoeding

Voor patiënten die vast in mijn praktijk zijn ingeschreven is mijn begeleiding bij dit programma gratis. Voor de overigen zijn er kosten (pagina: Tarieven)  aan verbonden.
Er dient rekening mee gehouden te worden dat een herstelbegeleiding (van fase 1 tot begin fase 4 = concentratie 2 uur) ongeveer 8 lange consulten (20 minuten) zal vergen. De duur van de reïntegratiebegeleiding hangt af van het aantal uren aanstelling.
Idealiter wordt het proces ondersteund door B12-injecties of diverse antroposofische therapieën (o.a. massage, kunstzinnige therapie) die het herstel bespoedigen en het te bereiken resultaat kunnen verbeteren maar die anderzijds ook meer kosten met zich meebrengen. Deze aanvullende therapieën kunnen uit kostenoverwegingen eventueel weggelaten worden.

Indien u aanvullend verzekerd bent en uw verzekeraar de consulten van een ‘gecertificeerd antroposofisch arts’ vergoedt, dan krijgt u deze kosten vergoed tot de hoogte die uw polis aangeeft.
Bent u werknemer, dan kunt uw werkgever voorstellen de kosten geheel of gedeeltelijk te vergoeden. Aangezien deze voor de werkgever aftrekbaar zijn als arbeidskosten, kost het deze minder dan u.


4. 4-Fasen herstelprogramma

Het 4-fasen herstelprogramma is, zoals aan het begin van deze pagina al beschreven, een herstelprogramma, bedoeld voor het behandelen van een burn-out(component) of overspannenheid. De versie die u hier leest is een ingekorte versie van hoofdstuk 3 uit mijn boek ‘Chronisch vermoeid: wat heb ik toch?’. Met deze ingekorte versie kan op het gebied van herstel al veel bereikt worden.

4.1 Verschil ingekorte versie en boekversie

Voorkant boek Chronisch vermoeid, wat heb ik toch?

Allereerst vindt u in het boek een veel uitgebreidere toelichting op burn-out en overspannenheid, een boek leent zich hier makkelijker voor dan een website. Daarnaast leest u in het boek over de samenhang met andere therapeutische mogelijkheden.

In het boek laat ik zien dat er diverse ziektebeelden bestaan die allemaal erg veel op een burn-out lijken, maar die allemaal een andere aanpak vergen. Steeds is er sprake van chronische vermoeidheid en vrijwel altijd van een beperkte concentratie. Die beperkte concentratie beschouw ik als de burn-out (component); een heel ander opvatting van burn-out dan de opvatting die u doorgaans tegenkomt.
En de zaak is nog complexer, want vaak bestaat er namelijk niet slechts één type vermoeidheid maar bestaan er meerdere typen naast elkaar: een complexe vermoeidheid. Een te snel inzoomen op slechts één therapie leidt dan onvermijdelijk tot teleurstellingen. In het boek zorgt een brede oriëntatie ervoor, dat er niet (te vroeg) wordt ingezoomd op een enkele therapie.

Merkt u, dat u na het lezen van onderstaande tekst, informatie tekort komt? Of merkt u dat de klachten niet geheel over zijn na het volgen van het 4-fasenherstelplan, dan is mijn boek wellicht geschikt voor u. In het boek staat na ieder hoofdstuk een samenvatting die in ±15-30 minuten te lezen is, zodat ook mensen met een beperkte concentratie hun voordeel ermee kunnen doen.
Tevens staan er bij iedere therapeutische stap vele ziektegeschiedenissen en patiëntervaringen, waarin u zich wellicht herkent en wat daardoor bemoedigend kan zijn.

4.2 Toelichting van de 4 fasen

Ik ben in de loop der tijd vier fasen gaan onderscheiden. Alle vier fasen van het 4-fasen herstelprogramma hebben hun eigen dynamiek.

4.3 Fase 1: De ontprikkelingsfase.

In de ontprikkelingsfase gaat het erom tot een prikkelarme dag met een vaste dagstructuur te komen. Aan het einde van fase 1 moet de stemming stabiel geworden zijn en moet er een totale slaapduur zijn bereikt die 2 uur langer is dan hetgeen de zieke normaliter nodig heeft.
Het herstel in fase 1 wordt gemeten in het aantal uren slaap! De concentratie zal in fase 1 nog weinig veranderen.
Fase 1 kan onderverdeeld worden in Fase 1a en fase 1b. In fase 1a slaapt de overspannene (in het vervolg van dit verhaal wordt met overspannene ook de burn-out patiënt bedoeld) minder dan normaal. In fase 1b slaapt de overspannene meer dan normaal. Bestaat er in gezonde omstandigheden een slaapduur van 7,5 uur dan begint fase 1b wanneer deze 7,5 uur bereikt is.

Uitleg fase 1 – Prikkelarm
Prikkelarm betekent, indien de overspannenheid door werkomstandigheden ontstond, 100% arbeidsongeschiktheid. Bij een overspannenheid die door huiselijke omstandigheden ontstond en waarbij er tevens buitenshuis gewerkt wordt, kan het verstandig zijn om de werkzaamheden buitenshuis geheel te staken, maar het kan ook zijn dat dit niet zonder meer voldoende is. Bij huiselijke conflicten kan het paradoxaal genoeg wel eens beter zijn om naar het werk ’te vluchten’. Wanneer de prikkelbron niet uitgeschakeld kan worden kan fase 1 niet goed doorlopen worden en dit kan leiden tot een verlengde herstelduur.

Het ziek melden betekent voor veel mensen een grote stap. Het gaat vaak gepaard met schuldgevoelens naar collega’s, met gevoelens van ’te falen’, of met vrees voor problemen op de arbeidsmarkt. Ook verzekeringen vragen bij het afsluiten van bijvoorbeeld een arbeidsongeschiktheidsverzekering steevast naar periodes van langere arbeidsongeschiktheid. Met name wanneer er sprake is van een tijdelijke aanstelling, die over zou moeten gaan in een vaste aanstelling, kan dit voor een werknemer een reden zijn zich niet ziek te melden. Ook patiënten met een eigen bedrijf, zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering kunnen besluiten zich niet ziek te melden.

Veelal ervaren overspannen patiënten echter ‘geen keus’ te hebben, want: ‘het gaat gewoon niet meer’. En met die zinsnede barsten vele in de spreekkamer spontaan in huilen uit. Dan is het al ver gekomen maar dat heeft wel voordelen, want dan is de keuze simpel en vaak hebben deze patiënten zichzelf al ziekgemeld.

Veel lastiger is het wanneer de overspannenheid minder uitgesproken is en de verleiding groot is om, eventueel deeltijds, door te werken. Deze oplossing klinkt vaak aantrekkelijk en haalbaar. In de praktijk ken ik echter vrijwel alleen maar mislukkingen. Er wordt niet echt ‘ontprikkeld’. Het werk blijft maar in het hoofd doorzingen, de verantwoordelijkheden blijven roepen en fase 2 wordt niet bereikt. Er ontstaat een slepende fase 1, waarbij de werkgever op een gegeven moment meent dat het tijd is om weer volledig aan het werk te gaan: “het heeft nou wel lang genoeg geduurd”. Maar omdat fase 1 nooit afgerond werd, is fase 4 – de re-integratie – gedoemd te mislukken. Deeltijds doorwerken beschouw ik dan ook niet als het opstarten van fase 1. Fase 1 begint pas te tellen op het moment van het staken van alle werkzaamheden!
Ik ken maar één uitzondering op deze regel: het opstarten van B12-injectietherapie. Een B12-gebrek kan een burn-out imiteren en door een voorbehandeling met B12-injecties kan de totaal benodigde duur van de arbeidsongeschiktheid verkort worden. Dit geldt alléén wanneer de concentratietijd door middel van de injecties daadwerkelijk toeneemt.

Naast de arbeidsgerelateerde overprikkeling ontstaat er bij overspannenheid op een gegeven moment een vicieuze cirkel van overprikkeling. Veelal melden patiënten zich pas als de concentratie nog maar 5-10 minuten bedraagt. Dat hebben ze doorgaans zelf niet in de gaten gehad. Deze korte concentratie maakt dat vrijwel iedere taak als overbelasting ervaren wordt, en de zaak hierdoor nog verder verergert. Patiënten die minder overspannen zijn, mogen hopen op een sneller doorlopen van de herstelfasen maar dienen zich aan exact dezelfde instructies te houden als de ernstiger overspannen patiënten. Het versnellen van het herstel hangt dan ook met name af van de snelheid van de acceptatie en de snelheid waarmee er in fase 1 ontprikkeld kan worden.

Fase 1Richtlijnen
Definitie fase 1:

  • De totale slaap op een dag bedraagt minder dan de normale nachtelijke slaapbehoefte +2 uur middagslaap
  • De concentratietijd bedraagt minder dan 1 uur.

Fase 1 – De hoofdregel voor het herstel:
Meet uw concentratietijd en houdt bij activiteiten die concentratie vergen rekening met deze concentratietijd; overschrijdt deze niet. Is uw concentratie 10 minuten, zorg dan voor korte (concentratie-)activiteiten. Bezoek/afspraken die langer duren dan uw concentratieboog, verergeren de zaak. Doe een middagslaap.

Fase 1 – Vaste dagstructuur:
Goed en effectief herstellen van overspannenheid is geen vrijblijvende zaak, maar vereist een strikte dagindeling:

  • Op tijd opstaan (uiterlijk 08.00-08.30 uur)
  • Doe 1 á 2 keer per week een concentratietest:

Lees ’s morgens na het opstaan een gemakkelijk boek, bij voorkeur een roman,  en noteer uw starttijd. Wanneer u merkt dat u de draad van het verhaal kwijt bent en terug moet bladeren of dat u zichzelf moet forceren om bij het verhaal te blijven, kijkt u op de klok. De verstreken tijd is uw concentratietijd. De test duurt maximaal 2 uur.

  • Gebruik uw concentratietijd als maximale duur van alle activiteiten die enige vorm van concentratie vergen, zoals winkelen, bezoek afleggen, bezoek ontvangen, lezen, eigen administratie, bezoek aan de Arbo-arts etc. Deze activiteiten mogen niet langer duren dan uw concentratietijd om overprikkeling te voorkomen.

Fase 1 – Opzet structuur

  • ’s Morgens: de verplichte, hoogstnoodzakelijke activiteiten, zoals doktersbezoek, administratie, boodschappen, schoonmaken, sportieve activiteiten uitvoeren. Houdt deze activiteiten kort en binnen uw concentratietijd. Verblijf zoveel mogelijk in een prikkelarme omgeving.
  • Na de lunch (13.00 uur): middagslaap = te bed gedurende 2 uur! Probeer tenminste in een doezelige toestand te komen, maar het liefst om in slaap te vallen (lees toelichting hieronder). Dit is de kern van de behandeling. Zonder middagslaap/rust geen herstel!
  • Na de middagslaap ( 15.00 uur): zinoefening = doen waar je op dat moment zin in hebt. Hiermee wordt bereikt dat de zin en de interesse voor de omgeving weer kan ontwaken.
  • ’s Avonds: geen televisie, smartphone, tablet, computer of andere beeldschermactiviteiten en uiterlijk rond 22:00 -22:30 naar bed.

Fase 1 – Waarom een middagslaap?
Een deel van de slapeloosheid in deze fase berust op overprikkeling. De middagslaap is van eminent belang om niet uitgeput of overprikkeld aan de nacht te beginnen. De dag wordt door de middagslaap in twee helften geknipt. Het overprikkelde zenuwstelsel kan de vele indrukken van de dag op deze manier gemakkelijker verwerken en dit resulteert in een langere en diepere nachtslaap.

Indien de middagslaap het inslapen ’s nachts lijkt te bemoeilijken, kan geprobeerd worden de middagslaap te starten met eerst 30 minuten, na enkele dagen 60 minuten etc. Langzaam opbouwen dus. De middagslaap is optimaal als u minimaal 2 uur achtereen slaapt en dan ontwaakt. Zet het liefst géén wekker;  als u geneigd bent langer dan 2 uur te slapen is dat alleen maar beter. Deze maatregelen hebben allen een voorbereidend karakter voor fase 2, de eigenlijke herstelfase.

De middagslaap start idealiter om 13.00 uur en kan dan tot 15.00 uur duren. Later gaan rusten betekent ook later opstaan en in dat geval kan de middagrust de nachtrust storen. Een middagslaap die van 13.00- 15.00 gehouden wordt door een overspannen patiënt zal de nachtrust in de regel niet storen maar juist ten goede komen.

Een andere reden voor slapeloosheid is het missen van het juiste inslaapmoment. Door het chronisch slaapgebrek is het inslaapmoment naar bijvoorbeeld 18.00 of 19.00 uur verschoven. Maar dit is veel te vroeg en de overspannene zet zich hier overheen. Het resultaat is een staat van overwakkerheid met vervolgens een inslaapprobleem. Door de middagslaap wordt dit te vroege inslaapmoment naar achteren verschoven. Een maatstaf voor de toegestane duur van de middagslaap is het tijdstip van dit inslaapmoment. Valt dit ondanks een middagslaap van 2 uur nog steeds te vroeg (vóór 21.00 uur) dan mag de middagslaap langer duren of later gehouden worden. Het inslaapmoment mag niet gemist worden. Slaperigheid na 21:00 uur betekent: bedtijd!

Fase 1 – “Verboden” middelen
Koffie (ook cafeïnevrije koffie bevat cafeïne!), cola en zwarte thee zijn gedurende de gehele dag verboden. Elektronisch vertier in het algemeen (cd, dvd, tv, computer, telefoneren) tot een minimum beperken, omdat dit over het algemeen zeer vermoeiend voor het zenuwstelsel is. Alcohol mag weliswaar met mate(!) genuttigd worden, maar kan – net als het gebruik van slaaptabletten – de interpretatie van de voortgang bemoeilijken.

Fase 1 – Begeleiding
In Therapeuticum Venkelveld ondersteunen we deze fase o.a. met inwrijvingen bij de verpleegkundige Wineke Schoonbeek. De ervaring leert dat het u op deze manier beter lukt om tot een diepe rust te komen, tot uzelf te komen en in te slapen. Ook bepaalde antroposofische medicamenten kunnen helpen tot rust te komen en deze maken dan ook deel uit van het herstelprogramma. De contactfrequentie met mij als arts is in deze fase doorgaans één keer per week, om de dagstructuur zo snel mogelijk op orde te krijgen en de slaap te bevorderen.

4.4 Fase 2: De slaapfase

Definitie fase 2:

  • De totale slaap op een dag bedraagt minstens 2 uur meer dan normaal en neemt niet meer toe.
  • Er is sprake van een stabiele middagslaap van ongeveer 2 uur.
  • De concentratietijd bedraagt minder dan 1 uur.

Dit is de eigenlijke herstelfase. De slaap neemt niet meer verder toe, maar nu neemt de concentratie toe. De wekelijkse concentratietesten zijn nu van belang om het herstel te kunnen volgen. Wie bij het herstel genoegen neemt met het resultaat van fase 1, het ontprikkelen en weer in slaap komen, komt bedrogen uit. Er zijn geen reserves opgebouwd en bij het hervatten van de werkzaamheden voordat deze fase is doorlopen, is de patiënt direct weer terug bij af.

Het herstellen kan plaats vinden door voldoende ruimte te maken voor de herstelslaap. Iemand die jarenlang teveel geld uitgegeven heeft en op deze wijze schulden gemaakt, heeft is niet van zijn problemen af door alleen minder uit te geven. Nee, de schuld moet ook nog terugbetaald worden. Bij overspannenheid bestaat er een slaapschuld. Deze slaapschuld moet afgelost worden. En dat gebeurt idealiter door een normale nachtelijke slaap aangevuld met een middagslaap van tenminste 2 uur. Des te langer de middagslaap duurt, des te sneller het herstel, mits de middagslaap de nachtslaap niet stoort. De nachtslaap gaat vóór de middagslaap.

Fase 2 – Als een koe in de wei
Het bestaan in deze fase wordt wat zombie-achtig, koe-achtig vegeterend, teruggetrokken van de wereld. Alleen eten en slapen en met zeer beperkte mogelijkheden. Een schijnbaar nutteloos, parasiterend bestaan. Als in een cocon. Er bestaat een toegenomen slaapbehoefte, een grote vermoeibaarheid en midden in deze fase kan een vertwijfeling ontstaan of het ooit nog wel goed zal komen met de mentale en fysieke mogelijkheden.

Met name het eerste deel van fase 2 -fase 2a- is daardoor moeilijk en kan aanleiding geven tot een wat sombere stemming. Maar halverwege treedt er vaak iets merkwaardigs op. Mensen gaan deze totale rust, het tevreden zijn met ‘niets doen’ waarderen. Het wordt een verademing om ‘niets te hoeven’ na een lange tijd hectisch geleefd te hebben. Tijdens deze berusting in fase 2 -fase 2b- is onderhoud van de conditie – als verplichting in de ochtenduren – van belang. Dit voorkomt een al te grote terugval in uithoudingsvermogen en vermindert problemen in fase 3. Let wel: het gaat hier om onderhoud van de conditie en niet om een opbouw ervan.

Fase 2 Hoofddoel
Hoofddoel in deze fase is echt alleen maar het inlossen van een slaapschuld door te leven ‘als een koe in de wei’. Een andere reden voor de verademing, is dat halverwege fase 2 de concentratie meestal gestegen is naar 30 minuten. Dat is nog niet veel, maar maakt erg veel uit. Een boodschap doen, een kopje thee met een kennis drinken, gaat allemaal iets gemakkelijker; deze activiteiten zijn in 30 minuten af te ronden en vormen daarmee geen overbelasting meer. De vicieuze cirkel wordt nu omgedraaid en de stresstolerantie neemt toe, mits de activiteiten aan de concentratieboog worden aangepast.

De concentratietijd begint meestal ± 2 weken na het toenemen van de slaap te stijgen. Dat kan dus al in fase 1 het geval zijn, maar omdat de slaap pas vanaf fase 2 maximaal en stabiel is stijgt de concentratie halverwege fase 2 sneller dan voorheen. Dit geeft de overtuiging niet alleen maar ontzettend moe te zijn, maar zinvol moe te zijn en bezig te zijn met een merkbaar herstel.   

Het einde van deze fase wordt gemarkeerd door het terugkomen van de zin om dingen te ondernemen en het weer toenemen van de energie. De middagslaap trekt zich geleidelijk terug, de concentratie neemt toe tot 1 uur. De concentratie is echter niet de enige maatstaf. Patiënten die met een concentratie van 30 minuten aan fase 1 begonnen, kunnen weliswaar vlot het ene uur concentratie bereiken, maar hebben dan soms hun slaapschuld nog niet ingelost. Ze blijven nog moe en het gevoel ‘laat mij maar met rust’ houden. Dit gevoel is het hoofdkenmerk van fase 1 en 2. Het zieke/vermoeide brein wil rust, wil herstellen en wil niet uitgedaagd worden. 

Fase 2 – Begeleiding
Ook deze fase kan ondersteund worden met medicamenten, inwrijvingen en vertrouwen-gevende gesprekken, dat het echt allemaal weer goed komt en dat deze fase helaas noodzakelijk, maar van voorbijgaande aard is; dat de slaap en vermoeidheid juist op een goed herstel duiden. De contactfrequentie met mij als arts is meestal één keer per twee weken en hierbij blijft het doorgaans tot fase 4 goed gevorderd is.

4.5 Fase 3: de instabiele-energie of leerfase; de omslag

Definitie fase 3:

  • De concentratietijd bedraagt 1-2 uur
  • De nachtslaap heeft de normale lengte + 1 uur
  • De middagslaap is niet meer nodig tenzij de nachtslaap korter is dan normaal +1
  • De herstellende beleeft weer levensenergie en toont initiatief
  • Het is weer mogelijk de fysieke conditie op te bouwen.

Waar fase 1 en 2 in de zelfbeleving veel op elkaar lijken vormt fase 3 een omslag. Er is een cruciaal moment in het herstel bereikt. Allerlei dagelijkse prikkels zijn geen vervelende bron van overspannenheid meer waarbij er een vanzelfsprekende neiging bestaat die te mijden, nee, het leven wordt weer als leuk en als uitdaging ervaren. Het brein is zover hersteld dat het weer uitdaging nodig heeft. En dat merkt u goed. Veel dingen gaan weer vanzelf.

De energie vertoont een duidelijk opgaande lijn. Dit voelt feestelijk en prettig; als een vlinder die uit haar cocon is gekomen. Het gaat plots vlot vooruit in plaats van achteruit of stabiel. De voorzichtige opgaande lijn uit fase 2b wordt nu een duidelijke opgaande lijn. Met een concentratie van 1 uur kan je al heel wat.

Maar het is wel vallen en opstaan. De accu wordt weliswaar duidelijk opgeladen maar is niet vol en loopt snel leeg. De slaapschuld is wel ingelost maar er zijn nog geen reserves aan energie opgebouwd. De zin is weer terug, de energie is terug en de verleiding is groot meteen weer van alles aan te pakken. Het opruimen, bv. van een kast, kostte in fase 2 nog grote moeite en werd telkens uitgesteld maar gebeurt nu spontaan. ‘Maar oh jee, wat is dat, gisteren kon ik nog van alles en vandaag plots niets meer’.

Fase 3 – Grenzen herkennen
Het probleem is dan waarschijnlijk geweest dat er spontaan aan het opruimen is begonnen, dat op een gegeven moment toch een vermoeibaarheid ontstond maar dat de verleiding te groot was om dit klusje toch even af te maken. Het ging toch juist zo lekker. Het komt er nu op aan vroegtijdig aan de eigen lichaamssignalen te herkennen dat de grens bereikt is en aan zichzelf te observeren wat er gebeurt als die grens genegeerd wordt. Wordt die grens namelijk overschreden dan stijgt de benodigde energie voor een simpele handeling tot een veelvoud van de normale benodigde energie. Er wordt een hoge prijs betaald voor het negeren van deze ‘waarschuwingen’. Het kan betekenen dat er na een grensoverschrijdende actie een vermoeidheid optreedt die tot en met de volgende dag duurt of, erger nog, meerdere dagen duurt: een terugval met verminderde concentratie.  Dit is aan het begin van fase 3 normaal en is onderdeel van het leerproces. Het valt, ook na waarschuwing van tevoren eigenlijk niet te vermijden. Vaak zeggen patiënten na zo’n terugval: nu begrijp ik pas wat u bedoelde met uw waarschuwing. In fase 2 waren grensoverschrijdingen schadelijk voor het herstel; in fase 3 zijn ze, mits bewust voltrokken, een voorwaarde voor verder herstel. Het wordt belangrijk om aan een energieboekhouding te doen.

Fase 3 – Energieboekhouding
Energieboekhouding is essentieel in fase 3. Grenzen van het eigen kunnen zijn nu toegestaan maar er moet goed opgelet worden wanneer de grens bereikt is, waaruit de grensoverschrijding bestaat en wat de prijs is. Wanneer de prijs na enkele keren duidelijk is moet bij volgende wensen tot grensoverschrijding – naar een concert of feestje gaan? – overwogen worden of de prijs de volgende dag wel betaald kan worden. Indien er de volgende dag belangrijke afspraken zijn moet geconcludeerd worden dat de grens dus niet overschreden mag worden. Kan er de volgende dag gerust worden dan mag de grens wel overschreden worden en draagt dit zelfs bij aan het herstel net zoals sporters ook proberen hun grenzen te verleggen.
Met name intellectuele prestaties vragen een hoge prijs. De concentratie is dan ook nog zeer beperkt in deze fase. Veelal ongeveer 1 uur. Dat wil zeggen dat u bij het lezen van een boek na ongeveer 1 uur behoefte krijgt iets anders te gaan doen. Het hoofd is vol.
Het is aan deze instabiele energie te danken dat het leren snel kan gebeuren. Een eventuele foute werkinstelling -systematisch over grenzen gaan zonder oog voor benodigd herstel- komt genadeloos aan het licht. Er kan in deze fase een les voor het leven geleerd worden….het leren kennen, accepteren en respecteren van de eigen grenzen. Door deze fase wordt het doormaken van een periode van overspannenheid een zinvolle gebeurtenis.

Fase 3 – Ondersteunende maatregelen
Er zijn diverse ondersteunende maatregelen mogelijk.

  • Romans lezen: De concentratie blijft in deze fase achter op de rest van de herstellende prestaties. De concentratie herstelt het traagste. Om dit herstel te ondersteunen is het goed om romans (= dikke boeken) te lezen. Lezen zo lang de concentratie het toe laat; vervolgens het boek weg leggen en daarna nog eens proberen verder te lezen. Door de complexiteit van romans, wordt de lezer gedwongen zich steeds weer af te vragen wat er ook weer eerder gelezen is. In deze fase van terugkerende interesse zal dit leiden tot een versterking van de concentratiekracht.
  • Conditieverbetering: Dagelijks wandelen en de wandeltijd geleidelijk verlengen.
  • De terugkijkoefening: Als het mis gaat met de energie is het aan het einde van de dag van belang te evalueren hoe dat kwam. Welk signaal werd genegeerd, waar ging de energie verloren, wat werd te lang doorgezet?
    De hieruit geleerde lessen kunnen doorgetrokken worden naar het onstaan van de overspannenheid als geheel. Hoe is de overspannenheid als geheel ontstaan? Werden er voor de overspannenheid ook signalen genegeerd? Deze vragen kunnen in deze fase eventueel begeleid worden door een psycholoog of coach en dat vormt dan tevens de voorbereiding voor fase 4.
  • Gesprekstherapie: Het beleven van de eigen grenzen is voor een groot deel een kwestie van aanvoelen; het is een ‘gevoelsoordeel’. Is die grens beleefd dan kan het nog lastig zijn die grens te verdedigen middels de benodigde assertiviteit. Een psycholoog kan helpen deze assertiviteit te ontwikkelen en kan helpen zich van het eigen gevoelsoordeel bewust te worden.
  • Kunstzinnige therapie: Gesprekken kunnen tot een vergrootte aandacht voor de eigen gevoelsoordelen, bv. ‘hier is mijn grens’, leiden maar kunnen het tot stand komen van dit oordeel zelf niet beïnvloeden. Er zijn mensen die van nature veel en krachtig voelen en hierin kunnen verdwalen. Ook zijn er mensen die maar weinig en flauwe gevoelens hebben; ze verdwalen in hun gevoel omdat ze niet goed weten wat ze voelen.
    Kunstzinnige therapie kan helpen om enerzijds de kracht van de gevoelens en anderzijds de begrenzing van de gevoelens zelf tot gezonde proporties te optimaliseren.

Fase 3 – Tijd voor re-integratieplanning
Er bestaat nu een belangstelling voor uitdagingen. Het wordt zinvol om over de re-integratie na te denken maar dan wel op de wijze zoals bij fase 4 staat beschreven. Een bezoekje aan de werkgever en collega’s kan in deze fase zinvol zijn mits de tijdsduur rekening houdt met de beperkte concentratie. Beperk dit bezoek tot maximaal 30 minuten, want een concentratie op meerdere personen vraagt meer dan het lezen van een boek en is vaak emotioneel beladen.

Aan het einde van fase 3 is er een begrip ontstaan voor de diverse signalen van het eigen lichaam en een respect voor de kracht hiervan. De herstellende weet nu dat het onproductief is om de grenzen klakkeloos te overschrijden en weet dat wanneer dit om een of andere reden toch moet gebeuren er rekening gehouden dient te worden met de hersteltijd. Door dit begrip voor de eigen grenzen en voor de duur van eigen herstel is er een nieuw zelfvertrouwen ontstaan. Het vertrouwen dat afspraken die rekening houden met de eigen grenzen ook nagekomen zullen kunnen worden en dat er daarmee weer verantwoordelijkheid gedragen kan worden. De concentratie zal, mits dit vóór de overspannenheid ook mogelijk was, richting de 2 uren gaan.

4.6 Fase 4: de re-integratiefase

Definitie fase 4:

  • Een concentratietijd van minimaal 2 uur*
  • Een normale slaapduur.

Het beleid bij fase 4 is afhankelijk van het soort werk. Kantoorwerk vraag meer van de concentratie dan fysiek werk. Maar werk in een fabriekshal kan door de vele geluiden, herrie ook belastend zijn.
Is de concentratie voor enkelvoudige taken (met één zaak bezig zijn) tenminste 2 uur geworden en is de energie gestabiliseerd dan heeft het zin werkzaamheden gedoseerd maar zonder verantwoordelijkheid te hervatten. Dit wordt werk op therapeutische basis genoemd. Indachtig het geleerde in fase 3 moet er nu op een andere wijze gewerkt worden; werken met voldoende aandacht voor de eigen grenzen. Niet de productie dient staat centraal te staan, maar de vraag op welke wijze de herstellende binnen de eigen begrenzingen zinvol werkzaam kan zijn. Bemerkt deze dat de eigen grens bereikt is, dan moet het mogelijk zijn onmiddellijk te stoppen met de werkzaamheden en zich terug te trekken dan wel naar huis terug te gaan. Het komt er werkelijk op aan het geleerde uit fase 3 niet alleen in de privésituatie maar ook in de werksituatie in praktijk te brengen.

In fase 4 is de slaapduur weer normaal en dit betekent dat het herstel is afgerond. Nu kan de belasting optimaal getraind worden en heeft overbelasting aanmerkelijk minder consequenties: de accu is vol.

*Een concentratieboog van 2 uur is natuurlijk alleen haalbaar als dit vóór de overspannenheid ook mogelijk was

Fase 4 – Een goed re-integratieplan
Een goed re-integratieplan is een plan dat geen strikte tijdplanning kent maar rekening houdt met de conditie en de fase waarin de herstellende patiënt zich bevindt:

Fase 1 en 2:  100 % ziektewet nodig.
Fase 3: In deze fase kan er zinvol over de re-integratie nagedacht worden en kunnen gesprekken met de werkgever over dit thema opgestart worden. Sommige werkzaamheden met een zeer lage concentratiebehoefte kunnen desnoods opgestart worden, maar verstandig is dat niet.
Fase 4: Re-integratie is mogelijk en wenselijk.

Fase 4 – Richtlijnen voor re-integratie in ’fase 4′ 
Re-integreren is in fase 4 niet alleen mogelijk, maar zelfs wenselijk. Bent u inmiddels werkeloos of ontslagen, zoekt u dan ander werk waar u een re-integratieplan kunt realiseren. Re-integreren doet u namelijk niet alleen voor uw werkgever, maar vooral voor uzelf! Het is een verdere conditieopbouw, waar u vooral zelf beter van wordt. Een goed ingerichte werkplek helpt u in deze fase sneller vooruit dan thuisblijven. Indien de voorgaande fasen goed doorlopen zijn zal deze fase geen problemen meer opleveren. Een te vlotte werkopbouw kan tot een terugslag met een slechtere slaap tot gevolg leiden maar dit zal met het geleerde uit fase 3 doorgaans goed op te lossen zijn.

Er dient rekening mee gehouden te worden dat de concentratie nog niet op het oude niveau  is teruggekeerd; als het voorheen de gewoonte was om meerdere zaken tegelijk te doen- multitasken-, dan zal  dit de eerste tijd nog niet lukken; multitasken – aandacht verdelen- lukt pas bij een concentratietijd van 6(!) uur.
Het spreekt voor zich dat met name deze fase in nauw overleg met de werkgever en de arbo-arts tot stand komt en dat er heldere afspraken gemaakt moeten worden over het aantal uren en het soort werkzaamheden.

Ik stel meestal voor om ‘backoffice’ werkzaamheden te verrichten: in een kamertje alleen, zonder collega’s en zonder tijdsdruk wat opruim/archiveer/ computerwerkzaamheden te verrichten en om, zodra er signalen van overbelasting komen, te stoppen met het werk en iets anders te gaan doen of naar huis te gaan.

Ga geen frontoffice/balie/klantgebonden werkzaamheden verrichten. Klanten/kinderen kun je niet naar eigen believen wegsturen als het je teveel wordt. Ze gaan protesteren en kosten dan meer energie.

Start met 2 of 3 keer per week 2 uur werk gedurende 2 weken. Breidt dit dan met telkens 3-4 uur per 2 weken uit :  3×2 wordt 3×3 ; dan 3×4; 4×4 en verder in overleg al naar gelang het aantal uren van het arbeidscontract en al naar gelang de problemen die zich eventueel voordoen.

Verdeel deze dagen over de week. Dus niet 3 dagen achtereen maar telkens 1 dag ertussen.

Houdt er rekening mee dat het begin en het einde van de re-integratie het meeste moeite kost. Het begin omdat alles weer nieuw is. Het einde omdat er geen rustdagen of rustmiddagen meer zijn.

Zorg voor voldoende pauzes. Dus na 2 uur werk: korte pauze; na 4 uur werk: lange pauze.

De slaap mag niet veranderen! Een slaap die tijdens de re-integratie verandert geeft aan dat er sprake is van overbelasting. Dit geldt zowel voor een afnemende als voor een toenemende slaap

Fase 4 – Re-integratie in de thuissituatie
Bent u werkeloos dan valt het niet mee om de concentratie boven de 2 uur te krijgen.
Werkzaamheden thuis vragen doorgaans minder concentratie en de druk om daar overheen te gaan is er niet. Bent u daar tevreden mee en is er geen noodzaak om werk te vinden, dan kunt u het hierbij laten.

Bent u wel van plan werk te gaan zoeken dan is het verstandig om alvast een extra inspanning te leveren. Twee uur concentreren lijkt aardig, maar voor een 8-urige werkdag is dit volstrekt onvoldoende. Wat kunt u thuis wel doen om uw concentratie te verbeteren?

  • Lees 2 uur of langer een boek
  • Leer een taal en wissel dit af met het lezen van een boek
  • Plan een wereldreis. Zeer precies, en van minuut tot minuut. Zoek uit waar u de auto parkeert, hoe u van de parkeerplaats naar de luchthaven komt, hoe laat de bus gaat, waar die stopt, Hoe lang het lopen is naar de vertrekhal enz. enz. Hoe exotischer uw denkbeeldige bestemming hoe interessanter het voor uw concentratie-opbouw wordt.

NB. Dit is wellicht een nogal klimaatonvriendelijk voorstel, maar het gaat er niet om dat u werkelijk vliegt, maar dat u ongewone situaties bedenkt en daar de oplossing voor zoekt. Een treinreis plannen mag uiteraard ook en waarschijnlijk zelfs gecompliceerder….

Begin hiermee, net zoals wanneer u een baan hebt, met 3 keer 2 uur per week en breidt dit uit volgens dezelfde richtlijnen. U zult hiermee waarschijnlijk niet aan 5 x 8 uur komen, maar toch wel een stuk verder dan 2 uur en dat is mooi meegenomen. Het is in een dergelijk geval beter om snel in de lengte te gaan. Dus 2×6 uur is beter dan 3×4 uur. Wanneer 6 uur achtereen werken – met korte pauzes, zoals in een werksituatie- lukt, dan kan dit geïntensiveerd worden door het 2 dagen achtereen proberen vol te houden.

Fase 4 -Foute herstel en re-integratieplannen
De grootste fouten die bij het omgaan met overspannenheid gemaakt worden bestaan er uit dat fase 4 te vroeg geïntroduceerd wordt. Het werd al genoemd bij de bespreking van fase 1. Het ziekmelden blijkt voor sommigen een onoverkomelijke hobbel.

Het kan voorkomen dat de patiënt zelf de situatie onderschat, maar veel vaker komt het onheil van een andere kant.

De werkgever gaat voor dokter spelen; beoordeelt dat het allemaal reuze meevalt en er best gewerkt kan worden. Er kan gedreigd worden, dagelijks of zelfs meermaals daags gebeld worden, loon niet uitbetaald worden, gedreigd worden met ontslag of, bij een lopend arbeidsprobleem, juist helemaal niet gereageerd worden, zodat het probleem blijft bestaan Dit werkt allemaal averechts op het herstel en houdt de betrokkene gevangen in fase 1.

Fase 4 – Arbo-artsen en hun rol in herstel
Ook Arbo-artsen kunnen een bedenkelijke rol spelen. Er blijken in de wereld van de Arbo-artsen diverse opvattingen te bestaan rond overspannenheid. Een deel van de artsen zal onderkennen dat het bij overspannenheid doorgaans gaat om plichtsgetrouwe en nauwgezette medewerkers die een drempel moeten overwinnen om zich ziek te melden en die eigenlijk tegen zichzelf beschermd dienen te worden Deze artsen laten ruimte aan de werknemer om te herstellen en plannen royale termijnen in (1 maand) voordat de betrokkene terug dient te komen op het spreekuur. Ze moedigen de werknemer aan de tijd te nemen voor het herstel en geduldig te zijn. Dat beleid werkt in combinatie met het herstelplan het beste. Een bezoek aan een dergelijke Arbo-arts leidt niet tot een terugval in de conditie.
Er zijn helaas minstens zoveel Arbo-artsen die een minder vruchtbare aanpak hanteren. Afgezien van onheus gedrag (slecht geïnformeerd zijn, ongeïnteresseerdheid, bevooroordeeldheid) zijn er artsen die in principe integer willen handelen maar daarbij deze herstelfasen niet onderkennen; ze komen immers niet in hun richtlijnen voor.

De strategie van zo’n Arbo-arts kan erop gericht zijn ‘het contact met de werkvloer niet te laten verliezen’ of gebaseerd zijn op angst voor conditieverlies bij de patiënt. De patiënt moet dan aan het werk blijven terwijl dat juist niet meer gaat.
Het kan voorkomen dat de ziekmelding geaccepteerd wordt maar veel te kort… enkele weken. De patiënt voelt zich niet begrepen en gaat ertegen op zien de Arbo-arts te bezoeken.
Op het bezoek aan de Arbo-arts wordt geregeld al een week van tevoren geanticipeerd en leidt dan al een week van tevoren tot slaapproblemen en terugvalverschijnselen. Zonde van zo’n week; nog afgezien van de schade die door het gesprek met de Arbo-arts aangericht wordt. Er is bovendien sprake van een zeer ongelijke situatie. De Arbo-arts is deskundiger en bovendien mentaal gezond. De patiënt is mentaal verzwakt en kan gemakkelijk in een richting gestuurd worden die helemaal niet goed voelt.
Het kan verstandig zijn om daarom al bij het begin van een gesprek met de Arbo-arts te wijzen op de beperkte concentratie en te verzoeken hier bij de duur van het gesprek en de aard van de vragen rekening mee te houden of iemand mee te nemen naar zo’n gesprek. Bij conflicten kunt u zich het beste vervroegd bij mij op het spreekuur melden zodat een strategie voor de omgang met de Arbo-arts uitgestippeld kan worden.

Er ontstaat door een te snelle re-integratiewens waarbij geen rekening wordt gehouden met de concentratie een langdurige fase 1 met als dreiging dat, wanneer uiteindelijk ingezien wordt dat het herstel op deze wijze uitblijft, de patiënt weliswaar langer thuis mag blijven maar het krediet bij de collega’s of werkgever inmiddels verspeeld is of dat de wettelijke termijn waarop de wetgever ingrijpt bereikt is. Vanaf 6 maanden ziektewet dienen er allerhande formulieren ingevuld te worden; geen probleem voor een herstellende in fase 4 maar zeer belastend voor een patiënt in fase 1.


5. Hoeveel tijd heeft u nodig om te herstellen?

Bij een gemiddeld beloop van het 4-fasen herstelprogramma en het strikt volgen van het behandelplan, zullen fase 1 t/m 3 ongeveer 1 maand per fase duren. De duur van fase 4 hangt erg af van de aard en de omvang van de werkzaamheden. Bij jongeren/middelbare scholieren duren de fasen ongeveer de helft  van deze tijd. Wanneer deze fasen langer duren, kunnen er verschillende zaken aan de hand zijn. Enkele oorzaken:

  • Het behandelplan is niet goed opgevolgd
    Sommige mensen vinden het vreselijk moeilijk de raadgevingen strikt op te volgen. Soms kan het programma door uiterlijke omstandigheden niet goed gevolgd worden. Bijvoorbeeld wanneer ziekmelding niet mogelijk is of zorg voor kinderen niet overgedragen kan worden.
  • Er is sprake van een lopend conflict
    Een conflict (werkgever, partner, anderszins, financiële zorgen, faillissement) waardoor de ontprikkelingsfase niet over kan gaan in een slaapfase.
  • Er is geen/niet uitsluitend sprake van overspannenheid of burn-out
    Er is (tevens) sprake van een depressie ,ADHD , chronisch vermoeidheidssyndroom, niet aangeboren hersenletsel met verminderde concentratie, een in-/doorslaapstoornis etc.

6. Ervaringen met het 4-Fasen herstelprogramma

Hieronder vindt u de eerste toegezonden ervaringen. De bedoeling is meerdere patiënten hun ervaringen te laten delen en te publiceren om een indruk te geven wat de verschillende patiënten aan het programma beleven, hoe verschillend het programma doorlopen wordt ondanks de duidelijke wetmatigheid die erin terug te vinden is.

Ervaring 1: Een vrouw van 58 jaar die ontslagen werd

“Dit gaat geen prettig gesprek worden!”, werd uiteindelijk: een cadeau! Verslag geschreven voor patiënt zelf:

Verslag van mijn ervaring met 4 fase programma
Eind mei kwam voor mij geheel onverwacht de mededeling dat mijn contract beëindigd zou worden i.v.m. de strenge verzekeringsregels in de gezondheidszorg. Bijna zes jaar met (te)volle overgave gewerkt, veel aan de kant gezet. Mijn werk is belangrijk, ook voor mijn levensonderhoud; moet mijn de huur betalen, de vaste lasten, boodschappen en, binnen hele korte periode, oma geworden van vijf kleinkinderen…

En dan… “Dit gaat geen prettig gesprek worden”. Ik hoorde de woorden, maar ging gewoon door, mijn gedachten: “Ik zal dit goed gaan afronden zodat de cliënten, collega’s en de leidinggevende tevreden zullen zijn; zo ga ik het doen!”

Nog nooit met ontslag te maken gehad, geen idee. De eerste week heb ik deze mededeling alleen met collega’s en mijn beste vriendin gedeeld. Ik wilde eerst alles zelf laten bezinken. Na een week voelde ik me toch wat onder druk gezet, ik moest wat tekenen binnen een bepaalde tijd. Toen wat hulp ingeschakeld, advies: “niets toezeggen en niets tekenen, laat een deskundige meekijken”.

Toen kwam mijn vrije week, mijn loopweek. Ik loop al enkele jaren de Achterhoekse4daagse met veel plezier, maar ik voelde: mijn hoofd wilde wel acht keer achter elkaar deze 4daagse lopen, maar mijn benen voelden alsof ze nog geen kilometer konden lopen. Ik ging voelen: misselijk, leeg, zwaar. Dit heel voelbaar op momenten wanneer ik naar bed ging, dus: heel laat naar bed, zodat ik in slaap zou vallen, om zes uur klaarwakker en vol adrenaline: doorgaan, lopen, doen, afleiding. Dat helpt, totdat… Mensen om mij heen adviseerde mij naar de huisarts te gaan, om in ieder geval hem te laten weten wat er speelt. Omdat ik die maandag vrij was voor de 4daagse, ben ik gegaan. ‘Even laten weten, met drie minuten sta ik weer buiten’, dacht ik. Dat liep anders.

Eigenlijk raakte de huisarts iets wat ik zo wegstopte. Ik heb er voor mijn gevoel wel een half uur bij de huisarts gezeten. Alle tijd en uitleg wat het e.e.a. betekent. Ik vertelde dat ik misschien voor mezelf zou willen beginnen. Wat mijn raakte waren de woorden: “Als je dit graag wilt, zul je daar de energie voor moeten hebben en helder moeten zijn. Ik adviseer om nu te starten met het 4-fasen programma (kreeg een uitleg, zie website Ellis), verder geen 4daagse lopen, NU beginnen met het opbouwen van energie en dit begint met veel, veel slaap. Zodat je straks, wanneer je weer moet (UWV), daar ook echt klaar voor bent”. Ik voelde direct dat dit voor mij de juiste weg was, maar, ik weet ook dat ik op dat moment dacht: “Die 4daagse ga ik wel lopen!” Na dit consult, met afspraak voor de volgende week op zak, ben ik naar de stad gefietst, het regende, ben mijn startbewijs op gaan halen en toen, toen merkte ik dat ik niet meer naar huis wilde, het regende nog steeds en ik liep doelloos in de stad. Ik wist en voelde: de 4daagse kan ik niet lopen. Eenmaal thuis de spullen van de 4daagse opgeruimd en me afgemeld en toen, toen begon het voelen. Vooral het tussen de middag naar bed: vreselijk. Mijn hoofd ging alle kanten op, zat zo vol, de adrenaline was voelbaar, maar ook mijn lijf, zo zwaar, de benen voelde als lood, mijn hoofd en lijf leken van elkaar gescheiden, aparte delen, ik voelde a.h.w. het gevecht tussen deze beide delen. Misselijk, hoofdpijn, brok in mijn keel. Auw, ik voel mijn lijf.

Het programma van de 4 fasen deel voor deel gelezen, soms een paar keer achterelkaar (het deel waar ik op dat moment mee bezig was); de concentratie was minimaal. Na vijf regels was ik de eerste regel weer kwijt. Tussen de middag naar bed (met wat medicatieondersteuning) voelde steeds vaker beter, meer rust in mijn hoofd en ook kwam ik ’s avonds beter in slaap. Het zo bewust worden van je lijf en je gedachten is heel vermoeiend. Ik heb me zo ontzettend moe gevoeld… alleen ook… ik deed ‘niets’, en dan zo moe. Hoe kan dit? Komt dit ooit goed? Het leren ‘nee’ zeggen was en is nog steeds moeilijk voor mij, maar ik word bewust. Mijn lijf… ik leer luisteren naar mijn lijf, ga ik mijn grens over, dan betekent dat: misselijk, hoofdpijn, zelfs een fikse keelontsteking met koorts (voor mij zo duidelijk: twee dagen achtereen teveel, mijn lijf haast bewust genegeerd. Door de koorts heb ik 1,5 dag aan een stuk geslapen! Net of mijn lijf zegt: jij luistert niet, dan doen we het zo. Het lijf heeft deze rust nodig!) De grote winst is dat ik dankbaar kon zijn, dat mijn lijf zo goed op mij past i.p.v. gefrustreerd (ik wil niet ziek zijn!). Ik kon dit omarmen.

De 4 fasen, het lijkt allemaal zoveel en zolang… Is daar wel de tijd voor? Ik begrijp dat, wanneer je in een arbeidsproces zit of een druk gezin, dit veel van je vraagt. Heel veel. De kracht om ‘nee’ te kunnen, en durven zeggen tegen je partner, kinderen en of baas; die energie heb je niet. De tweestrijd in en rondom jezelf wordt vergroot en die energie sloopt je. De huisarts die achter je staat en je bij kan staan, eventueel een partner erbij betrekken, hoe mooi zou het zijn wanneer leidinggevende en Arbo-artsen hier ook achter gaan staan en meewerken. Mijn overtuiging is dat dit alleen maar winst op gaat leveren. De leidinggevende krijgt een werknemer die weer “volledig” aanwezig is, dit geldt ook voor de partner, kinderen enz.

Mijn ervaring is dat vele mensen om mij heen zeiden: Ja, maar jij weet toch wat het beste voor jou is, je hoeft je toch niet aan zo’n programma te houden. Blijf gewoon lekker bewegen, onderneem dingen die je leuk vind, zo’n programma zou mij alleen maar depressief maken!” Ik ben gevoelig voor de mening van anderen, en juist in deze periode al helemaal, want ik weet het niet meer zo goed. Niet wie ik ben, wat ik wil en wat ik heb te doen. En nu ik terugkijk, weet ik dat vele mensen ‘bang’ zijn voor dit programma, want: je gaat voelen! En dat is beter dan te blijven lopen, liefst hard weglopen voor alle gevoelens… Te angstig voor… bewust worden?

Ik zit nu tegen fase 4 aan en wat heeft mij dit programma veel opgeleverd. Naast de wekelijkse (nu tweewekelijkse) consulten bij de huisarts, ook 7 inwrijvingen ondergaan. Dit hoort voor mij ook zo bij dit proces: aandacht voor mijn lijf, mijn ‘zijn’, bewuste heling. Bij de eerste inwrijving voelde ik mijn onbalans. En nu, na zes keer, voel ik de balans, eenheid.

Wat heeft het mij uiteindelijk opgeleverd?
Mijn ontslag is hierdoor omgezet naar een cadeau! Ik heb mezelf teruggevonden, heb me nog nooit, echt nog nooit zo vrij van binnen gevoeld. Nee, nog geen baan, geen idee hoe de toekomst er uit ziet, maar: vertrouwen, dat is er. Bewust zijn, dat is er. Er mogen ZIJN, met alles wat er is. Dat is er! De liefde die ik voel, is er. En mijn kinderen en kleinkinderen, het is alsof ik nog meer bewust ben van de verbondenheid… Dat is wat er toe doet. Het kunnen en durven leven, dat is er!

Dit alles was er niet geweest als ik ervoor gekozen had, het allemaal alleen te doen. Geen huisarts in schakelen, gewoon doorgaan. Tegen dierbare zeggen: ‘het valt allemaal wel mee, ik red me wel!’.
Ik heb onwijs veel geleerd over mezelf en ben heel dankbaar voor dit cadeau.

Inmiddels ruim twee maanden verder. Ik merk dat stilte belangrijk voor mij is. Eerder was het direct na het opstaan de radio aan, nu gebeurt dit niet meer. Stilte betekent voor mij: mezelf voelen en bewust luisteren naar dat wat er is. Ik merk dat ik veel rustiger ben, zeker van binnen daardoor voel ik me zachter, vriendelijker, maak praatjes met mensen en voel me veel vaker glimlachen. Er is een grote verandering opgetreden. Waren eerder vooral de meningen van anderen belangrijk, nu luister ik zeker ook naar MIJN mening!

Er heeft een gesprek met mijn leidinggevende plaats gevonden. Dit had ik een tijdje terug niet kunnen bedenken. Heel bewust heb ik de uitnodiging ontvangen… Ben met de hond gaan lopen, laten bezinken…. En bij thuiskomst wist ik: ik ga dit doen, voel me stevig genoeg. Verloopt het gesprek voor mijn gevoel vervelend, ben ik nu sterk genoeg om te zeggen: “dit voelt niet goed, ik ga naar huis.” Natuurlijk was het spannend, maar het ging helemaal goed, omdat IK bij mezelf kon blijven, mezelf serieus nam en dat, dat voelt als een grote winst. Als ik bij mezelf blijf, kan er weinig misgaan!
Als mensen vragen: “hoe is het met je?”, kan ik volmondig ‘goed’ zeggen. Natuurlijk zijn er mindere momenten, en ja: ik zie nu a.h.w. de film terug en vraag me af had ik toch niet……beter mijn best moeten doen om het voor ‘de ander’ wat prettiger te laten verlopen, en ja zo af en toe voel ik wat onrust dit kan ik vaak plaatsen onder het kopje “ik heb van huis uit niet geleerd te mogen genieten, het was altijd MOETEN, leren, werken, studeren, huis schoon, vriendelijk zijn tegen anderen enz, wanneer ik nu op de bank zit met een boek,,, tja, dan komt dat ‘oude’ stukje regelmatig terug. Maar ik weet nu waar dit vandaan komt, heb dus nu een keuze en vaak doe ik dan toch nog even snel een klusje… dan heb ik het lezen verdiend!

Het bijzondere van dit hele helingsproces is, dat ik zoveel milder ben geworden naar mezelf en daardoor zoveel meer plezier heb, geniet van al die ‘nieuwe’ gevoelens en ik voel dat mijn lijf dankbaar is.

Dit had een kort verslag moeten worden, ik merk dat ik niet uitgeschreven raak, er is teveel wat niet in woorden te schrijven is, het is de beleving. Die beleving, heling, ervaring is wat ik eenieder gun.

Ik zeg: dank voor dit proces.

Ervaring  2 : Leerkracht basisonderwijs en moeder

In juni besloot ik mij, na verschillende tegenslagen in het onderwijs, ziek te melden. De avond ervoor snauwde ik thuis mijn kinderen af terwijl ze eigenlijk niets verkeerds deden. Dit was voor mij het moment dat ik besloot, dat het zo niet verder zou gaan. Ik kwam terecht bij mijn huisarts, die vaststelde dat ik overspannen was. Ik ben al vier jaar bezig met het zoeken naar een andere baan, omdat ik niet meer positief in het basisonderwijs stond. Het feit dat ik overspannen was, was dus echt werk gerelateerd. Dit maakte dat ik mij thuis gelukkig wel fijn voelde en de tijd kon nemen voor mijn herstel. In eerste instantie was ik blij dat er nu een naamkaartje aan hing zodat ik niet meer naar mijn werk hoefde. De baksteen die de laatste weken in mijn maag was gevormd verdween hierdoor. ’s Nachts maalde ik nog wel, maar niet meer over de schoolzaken waar ik eerder zo mee bezig was.

De huisarts vertelde mij dat ik moest gaan uitzoeken hoe groot mijn concentratieboog nu was. Ik moest een boek gaan lezen en dan bekijken hoe lang ik dat vol zou houden. Dit vond ik lastig omdat ik met een klokje ernaast lezen toch anders vind… Uiteindelijk kwam ik erachter dan mijn concentratieboog niet al te groot was. Ik moest hierin dus gaan opbouwen. Bezoekjes passend bij je concentratieboog, huishoudelijke klussen passend bij die boog, boodschappen passend bij die boog.

’s Middags moest ik 1,5 uur gaan slapen. Ik heb overdag dutjes doen altijd heerlijk gevonden, nu het echter moest vond ik het lastig. Ik dwong mezelf, trok me terug in mijn hangmat in de tuin, vaak kwam de slaap dan uiteindelijk toch.

Ik ging mijn concentratieboog langzaam weer opbouwen, steeds lukte het om wat langer te lezen, ook de boeken kwamen weer steeds meer op mijn oude niveau. Qua slaap werd het mij wel lastig gemaakt omdat dit net in de periode was dat het bloedheet was in Nederland waardoor iedereen lag te draaien ‘s nachts. Intussen bleef ik contact met mijn werkgever lastig vinden. Soms voelde ik me weer een hele pief, tot mijn directeur zou bellen om te vragen hoe het ging, dan werd ik heel zenuwachtig en voelde ik de baksteen in mijn maag weer ontstaan. Na zo’n gesprek viel het altijd mee en viel er weer een last van me af. De middagslaapjes werden automatisch afgebouwd omdat ik mij gewoon fitter ging voelen.

Inmiddels ben ik weer de oude, ik heb het gevoel dat ik er weer ben, dat ik de wereld weer aankan. Ik heb besloten het basisonderwijs te verlaten. Deze beslissing heeft mijn herstel zeker versneld. Ik heb mij heel erg laten leiden door de adviezen van mijn huisarts en deze hebben me zeker goed gedaan.

Links
Informatie voor huisartsen
Artikel tijdschrift voor integrale geneeskunde