4-Fasenherstelprogramma bij burn-out en overspannenheid

31/1/2024: Deze Website wordt binnenkort ge-update  en gebruiksvriendelijker gemaakt

Algemeen voorwoord (herziene versie 17/12/2023)
De onderstaande tekst mag beschouwd worden als een sterk ingekorte versie van hoofdstuk 3 uit mijn boek ‘chronisch vermoeid, wat heb ik toch? Een herstelplan bij chronische complexe vermoeidheid.’ In dit boek vindt u een veel uitgebreider burn-out/ overspannenheidverhaal dan de onderstaande tekst alsmede de samenhang met andere therapeutische mogelijkheden. Met het 4-fasenherstelprogramma kan weliswaar veel bereikt worden maar er zijn grenzen aan de mogelijkheden waardoor er een noodzaak bestaat om ook aan therapeutische mogelijkheden te denken. Bij veel mensen is het zo dat ze al lang voor hun burn-out niet fit waren, ja, soms zelf al levenslang – bijvoorbeeld al vanaf de kindertijd- moe waren. In dat geval dient men zich af te vragen hoe waarschijnlijk het is dat een kind een burn-out heeft. De diagnose burn-out dient dan met argusogen bekeken te worden.
In het boek laat ik zien dat er diverse ziektebeelden bestaan die allemaal erg veel op een burn-out lijken maar die allemaal een andere aanpak vergen. Steeds is er sprake van chronische vermoeidheid en vrijwel altijd van een beperkte concentratie en die beperkte concentratie beschouw ik dan als de burn-out(component). Dat laatste is dus een heel ander opvatting van burn-out dan de opvatting die u in de media tegen zult komen.
En de zaak is nog erger want vaak bestaat er namelijk niet slechts één type vermoeidheid maar bestaan er meerdere typen naast elkaar : een complexe vermoeidheid. Een te snel inzoomen op slechts één therapie leidt dan onvermijdelijk tot teleurstellingen. Merkt u dus dat u na het lezen van onderstaande tekst informatie tekort komt of merkt u na het volgen van het 4-fasenherstelplan dat de klachten niet geheel over zijn dan is mijn boek wellicht geschikt voor u. In het boek staat na ieder hoofdstuk een samenvatting die in ~15-30 minuten te lezen is, zodat ook mensen met een beperkte concentratie hun voordeel ermee kunnen doen.
Tevens staan er bij iedere therapeutische stap vele ziektegeschiedenissen in waarin u zich wellicht herkent en wat bemoedigend kan zijn.

  • 4-Herstelfasen bij burn-out en overspannenheid
    (Hebt u de pagina met betrekking tot de algemene vragen gelezen? Dat is wel nuttig voordat u de onderstaande pagina’s leest.)
    Het onderscheiden van 4 herstelfasen bij overspannenheid en burn-out is iets wat u niet zonder meer elders tegen zult komen. Ik ben in de loop der tijd vier fasen gaan onderscheiden die alle vier hun eigen dynamiek hebben.
    Fase 1) Ontprikkelingsfase
    Fase 2) Herstel- of slaapfase
    Fase 3) Instabiele-energie of leerfase
    Fase 4) Reïntegratiefase.

Bij een gemiddeld beloop en het volgen van een strikt behandelplan zullen fase 1 t/m 3 ongeveer 1 maand (!) per fase duren. De duur van fase 4 hangt erg af van de aard en de omvang van de werkzaamheden. Bij jongeren/ middelbare scholieren duren de fasen ongeveer de helft  van deze tijd. Wanneer deze fasen langer duren kunnen er verschillende zaken aan de hand zijn. Enkele oorzaken:

  • Het behandelplan is niet goed opgevolgd; sommige mensen vinden het vreselijk moeilijk de raadgevingen strikt op te volgen. Soms kan het programma door uiterlijke omstandigheden niet goed gevolgd worden- ziek melding is niet mogelijk; gezinstaken bv.  zorg voor kinderen kunnen niet overgedragen worden.
  • er is sprake van een lopend conflict (werkgever, partner, anderszins, financiële zorgen, faillisement) waardoor de ontprikkelingsfase niet over kan gaan in een slaapfase.
  • er is geen/ niet uitsluitend sprake van overspannenheid of burn-out maar er is (tevens) sprake van een depressie, adhd, chronisch vermoeidheidssyndroom, niet aangeboren hersenletsel met verminderde concentratie, een in-doorslaapstoornis etc.

Toelichting van de 4 fasen
Fase 1:  de ontprikkelingsfase.
In de ontprikkelingsfase gaat het erom tot een prikkelarme dag met een vaste dagstructuur te komen. Aan het einde van fase 1 moet de stemming stabiel geworden zijn en moet er een totale slaapduur zijn bereikt die 2 uur langer is dan hetgeen de zieke normaliter nodig heeft.
Het herstel in fase 1 wordt gemeten in het aantal uren slaap! De concentratie zal in fase 1 nog weinig veranderen.
Fase 1 kan onderverdeeld worden in Fase 1a en fase 1b. In fase 1a slaapt de overspannene ( in het vervolg van dit verhaal wordt met overspannene ook de burn-outpatiënt bedoeld) minder dan normaal. In fase 1b slaapt de overspannene meer dan normaal. Bestaat er in gezonde omstandigheden een slaapduur van 7.5 uur dan begint fase 1b wanneer deze 7.5 uur bereikt is.

Uitleg fase 1
Prikkelarm : dit betekent, indien de overspannenheid door werkomstandigheden ontstond, 100% arbeidsongeschiktheid. Bij een overspannenheid die door huiselijke omstandigheden ontstond en waarbij er tevens buitenshuis gewerkt wordt kan het verstandig zijn om de werkzaamheden buitenshuis geheel te staken, maar het kan zijn dat dit niet zonder meer voldoende is. Bij huiselijke conflicten kan het paradoxaal genoeg wel eens beter zijn om naar het werk ’te vluchten’. Wanneer de prikkelbron niet uitgeschakeld kan worden kan fase 1 niet goed doorlopen worden en dit kan leiden tot een verlengde herstelduur.

Het ziek melden betekent voor veel mensen een grote stap. Het gaat vaak gepaard met schuldgevoelens naar collega’s, met gevoelens van ’te falen’, of met vrees voor problemen op de arbeidsmarkt. Ook verzekeringen vragen bij het afsluiten van bv. een arbeidsongeschikt-heidsverzekering steevast naar periodes van langere arbeidsongeschiktheid. Met name wanneer er sprake is van een tijdelijke aanstelling die over zou moeten gaan in een vaste aanstelling kan dit voor een werknemer een reden zijn zich niet ziek te melden. Ook patiënten met een eigen bedrijf, zonder arbeidsongeschikheidsverzekering kunnen besluiten zich niet ziek te melden.

Veelal ervaren overspannen patiënten echter ‘geen keus’te hebben want ‘het gaat gewoon niet meer’ en met die zinsnede barsten vele in de spreekkamer spontaan in huilen uit. Dan is het al ver gekomen maar dat heeft wel voordelen want dan is de keuze simpel en vaak hebben deze patiënten zichzelf al ziek gemeld.

Veel lastiger is het wanneer de overspannenheid minder uitgesproken is en de verleiding groot is om, eventueel deeltijds, door te werken. Deze oplossing klinkt vaak aantrekkelijk en haalbaar. In de praktijk ken ik echter vrijwel alleen maar mislukkingen. Er wordt niet echt ‘ontprikkeld’, het werk blijft maar in het hoofd doorzingen, de verantwoordelijkheden blijven roepen en fase 2 wordt niet bereikt. Er onstaat een slepende fase 1 waarbij de werkgever op een gegeven moment meent dat het tijd is om weer volledig aan het werk te gaan -het heeft nou wel lang genoeg geduurd- maar omdat fase 1 nooit afgerond werd is fase 4 – de reïntegratie- gedoemd te mislukken. Deeltijds doorwerken beschouw ik dan ook niet als het opstarten van fase 1. Fase 1 begint pas te tellen op het moment van het staken van alle werkzaamheden!!!

Naast de arbeidsgerelateerde overprikkeling onstaat er bij overspannenheid op een gegeven moment een vicieuze cirkel van overprikkeling. Veelal melden patienten zich pas als de concentratie nog maar 5-10 minuten bedraagt. Dat hebben ze doorgaans zelf niet in de gaten gehad. Deze korte concentratie maakt dat vrijwel iedere taak als overbelasting ervaren wordt en de zaak nog verder verergert. Patiënten die minder overspannen zijn mogen hopen op een sneller doorlopen van de herstelfasen maar dienen zich aan exact dezelfde instructies te houden als de ernstiger overspannen patiënten. Het versnellen van het herstel hangt dan ook met name af van de snelheid van de acceptatie en de snelheid waarmee er in fase 1 ontprikkeld kan worden.

Richtlijnen fase 1
Hoofdregel voor het herstel: doe een middagslaap en pas de duur van uw activiteiten aan uw concentratieboog aan. Is uw concentratie 10 minuten zorg dan voor korte activiteiten. Bezoek/ afspraken die langer duren dan uw concentratieboog verergeren de zaak.

  • Vaste dagstruktuur: goed en effectief herstellen van overspannenheid is geen vrijblijvende zaak maar vereist een strikte dagindeling
  • Op tijd opstaan ( uiterlijk 08.00 uur)
  • Doe 1-2x/week een concentratietest door ’s morgens na het opstaan een gemakkelijk boek te lezen met de klok erbij. Wanneer u merkt dat uw aandacht afdwaalt kijkt u op de klok. Dit is uw concentratietijd. De test duurt maximaal 2 uur.
    – Gebruik uw concentratietijd als maximale duur van uw activiteiten die enige vorm van concentratie vergen: winkelen, bezoek afleggen, bezoek ontvangen, lezen, eigen administratie, bezoek aan de arbo-arts etc. 
  • ’s morgens: de verplichte hoogstnoodzakelijke activiteiten uitvoeren ( doktersbezoek, administratie, boodschappen, schoonmaken, sportieve activiteiten) Houdt dit allemaal kort en verblijf zoveel mogelijk in een prikkelarme omgeveving
  • na de lunch (13.00 uur) : middagslaap = te bed gedurende 2 uur ( !!!!) waarin getracht wordt tenminste in een doezelige toestand te komen, maar het liefst om in slaap te vallen.* Dit is de kern van de behandeling. Zonder middagslaap/rust geen herstel !
  • Na de middagslaap ( 15.00 uur) : zinoefening; doen waar je op dat moment zin in hebt. Hiermee wordt bereikt dat de zin en de interesse voor de omgeving weer kan ontwaken.
  • ’s avonds: geen t.v./ smartphone/computeractiviteiten en ± 2200 -22.30 naar bed.
  • Koffie( ook caffeinevrije) / cola/ zwarte thee zijn gedurende de gehele dag verboden. Electronisch vertier in het algemeen (cd, dvd, tv, computer, telefoneren) tot een minimum beperken. Over het algemeen is dit zeer vermoeiend voor het zenuwstelsel. Alcohol mag weliswaar met mate genuttigd worden, maar kan net als het gebruik van slaaptabletten de interpretatie van de voortgang bemoeilijken.

*Een deel van de slapeloosheid in deze fase berust op overprikkeling. De middagslaap is van eminent belang om niet uitgeput of overprikkeld aan de nacht te beginnen. De dag wordt door de middagslaap in twee helften geknipt. Het overprikkelde zenuwstelsel kan de vele indrukken van de dag op deze manier gemakkelijker verwerken en dit resulteert in een langere en diepere nachtslaap. Indien de middagslaap het inslapen ’s nachts lijkt te bemoeilijken kan geprobeerd worden de middagslaap te starten met eerst 30 minuten, na enkele dagen 60 minuten etc. Langzaam opbouwen dus. De middagslaap is optimaal als u 2 uur achtereen slaapt en dan ontwaakt. Zet de wekker als u geneigd bent langer dan 2 uur te slapen. Ik beschouw 2 uur als een optimale slaapduur. Deze maatregelen hebben allen een voorbereidend karakter voor fase 2, de eigenlijke herstelfase. De middagslaap start idealiter om 13.00 uur en kan dan tot 15.00 uur duren. Later gaan rusten betekent ook later opstaan en in dat geval kan de middagrust de nachtrust storen. Een middagslaap die van 13.00- 15.00 gehouden wordt door een overspannen patiënt zal de nachtrust in de regel niet storen maar juist ten goede komen.
Een andere reden voor slapeloosheid is het missen van het juiste inslaapmoment. Door het chronisch slaapgebrek is het inslaapmoment naar bv 18.00 of 19.00 verschoven. Maar dit is veel te vroeg en de overspannene zet zich hier overheen. Het resultaat is een staat van overwakkerheid met vervolgens een inslaapprobleem. Door de middagslaap wordt dit te vroege inslaapmoment naar achteren verschoven. Een maatstaf voor de toegestane duur van de middagslaap is het tijdstip van dit inslaapmoment. Valt dit ondanks een middagslaap van 2 uur nog steeds te vroeg ( voor 21.00 uur) dan mag de middagslaap langer duren of later gehouden worden. Het inslaapmoment mag niet gemist worden. Slaperigheid na 2100 uur betekent : bedtijd !!!

Begeleiding
In Therapeuticum Venkelveld ondersteunen we deze fase o.a met inwrijvingen bij de verpleegkundige Wineke Schoonbeek. De ervaring leert dat het u op deze manier beter lukt om tot een diepe rust te komen, tot uzelf te komen en in te slapen. Ook bepaalde antroposofische medicamenten kunnen helpen tot rust te komen en deze maken dan ook deel uit van het herstelprogramma. De contactfrequentie met mij als arts is in deze fase doorgaans 1x/week om de dagstructuur zo snel mogelijk op orde te krijgen en de slaap te bevorderen.

Samenvatting Richtlijnen fase 1
– Doe een concentratietest door ’s morgens na het opstaan een gemakkelijk boek te lezen met de klok erbij. Wanneer u merkt dat uw aandacht afdwaalt kijkt u op de klok. Dit is uw concentratietijd. De test duurt maximaal 2 uur
– Gebruik uw concentratietijd als maximale duur van uw activiteiten die enige vorm van concentratie vergen: winkelen, bezoek afleggen, bezoek ontvangen, lezen, eigen administratie. bezoek aan de arbo-arts etc. 
– ga uiterlijk om 22.30 naar bed en sta om 08.00 uur op
– Doe een middagslaap van 13.00-15.00 in bed op dezelfde wijze als wanneer u ’s nachts naar bed gaat. 
– gebruik geen koffie of andere opwekkende dranken/gerechten en beperk het gebruik van alle elektronica tot het allerhoogstnoodzakelijke.

Fase 2: De slaapfase
Dit is de eigenlijke herstelfase. De slaap neemt niet meer verder toe maar nu neemt de concentratie toe. De 2-wekelijkse concentratiesten zijn nu van belang om het herstel te kunnen volgen. Wie bij het herstel genoegen neemt met het resultaat van fase 1, het ontprikkelen en weer in slaap komen, komt bedrogen uit. Er zijn geen reserves opgebouwd en bij het hervatten van de werkzaamheden voordat deze fase is doorlopen is de patiënt weer direct terug bij af. Het herstellen kan plaats vinden door voldoende plaats in te ruimen voor de herstelslaap. Iemand die jaren lang teveel geld uitgegeven heeft en op deze wijze schulden gemaakt heeft is niet van zijn problemen af door alleen minder uit te geven. Nee, de schuld moet ook nog terug betaald worden. Bij overspannenheid bestaat er een slaapschuld. Deze slaapschuld moet ingelost worden. En dat gebeurt idealiter door een nachtelijke slaap van ± 9 uur met een middagslaap van 2 uur. Totaal 11 uur maar tenminste 9 uur. Een en ander hangt wel af van de slaapbehoefte die vóór de overspannenheid bestond. De opgegeven tijden gelden voor mensen die voor de overspannenheid een slaapbehoefte van ± 8 uur hadden. Voor kortslapers gelden kortere tijden; voor langslapers langere tijden.

Het bestaan in deze fase wordt wat zombie-achtig , koe-achtig vegeterend, teruggetrokken van de wereld. Alleen eten en slapen en met zeer beperkte mogelijkheden. Een schijnbaar nutteloos, parasieterend bestaan; als in een cocon. Er bestaat een toegenomen slaapbehoefte, een grote vermoeibaarheid en midden in deze fase kan een vertwijfeling ontstaan of het ooit nog wel goed zal komen met de mentale en fysieke mogelijkheden. Met name het eerste deel van fase 2  -fase 2a- is daardoor moeilijk en kan aanleiding geven tot een wat sombere stemming. Maar halverwege treedt er vaak iets merkwaardigs op. Mensen gaan deze totale rust, het tevreden zijn met ‘niets doen’ waarderen. Het wordt een verademing om ‘niets te hoeven’ na een lange tijd hectisch geleefd te hebben. TIjdens deze berusting in  fase 2 -fase 2b- is onderhoud van de conditie – als verplichting in de ochtenduren – van belang. Dit voorkomt een al te grote terugval in uithoudingsvermogen en vermindert problemen in fase 3. Let wel : het gaat hier om onderhoud van de conditie en niet om een opbouw ervan. Hoofddoel in deze fase is echt alleen maar het inlossen van een slaapschuld door te leven ‘als een koe in de wei’. Een andere reden voor de verademing is dat halverwege fase 2 de concentratie meestal gestegen is naar 30 minuten. Dat is nog niet veel maar maakt erg veel uit. Een boodschap doen een kopje thee met een kennis drinken gaat allemaal iets gemakkelijker; deze activiteiten zijn in 30 minuten af te ronden en vormen daarmee geen overbelasting meer. De vicieuze cirkel wordt nu omgedraaid en de stresstolerantie neemt toe mits de activiteiten aan de concentratieboog worden aangepast.

Het einde van deze fase wordt gemarkeerd door het terugkomen van de zin om dingen te ondernemen en het weer toenemen van de energie. De middagslaap trekt zich geleidelijk terug de concentratie neemt toe tot 1 uur. De concentratie is echter niet de enige maatstaf. Patiënten die met een concentratie van 30 minuten aan fase 1 begonnen kunnen weliswaar vlot het ene uur concentratie bereiken maar hebben dan soms hun slaapschuld nog niet ingelost. Ze blijven nog moe en het gevoel houden ‘ laat mij maar met rust’ . Dit gevoel is het hoofdkenmerk van fase 1 en 2. Het zieke/ vermoeide brein wil rust en wil herstellen en wil niet uitgedaagd worden. 

Ook deze fase kan ondersteund worden met medicamenten en inwrijvingen en met vertrouwengevende gesprekken dat het echt allemaal weer goed komt en dat deze fase helaas noodzakelijk en van voorbijgaande aard is. De contactfrequentie met mij als arts is meestal 1x/2 weken en hierbij blijft het doorgaans tot fase 4 goed gevorderd is.

Fase 3) de instabiele-energie of leerfase ; de omslag
Waar fase 1 en 2 in de zelfbeleving veel op elkaar lijken vormt fase 3 een omslag. Er is een cruciaal moment in het herstel bereikt. Allerlei dagelijkse prikkels zijn geen vervelende bron van overspannenheid meer waarbij er een vanzelfsprekende neiging bestaat die te mijden, nee, het leven wordt weer als leuk en als uitdaging ervaren. Het brein is zover hersteld dat het weer uitdaging nodig heeft. En dat merkt u goed. Veel dingen gaan weer vanzelf.
Aan het begin van fase 3 is de concentratie ongeveer 1 uur, de middagslaap is bij uitzondering nog nodig, de totale slaap is 1 uur langer dan normaal en kan doorgaans in de nacht gerealiseerd worden. De energie vertoont een duidelijk opgaande lijn. Dit voelt feestelijk en prettig. Het gaat plots vlot vooruit in plaats van achteruit of stabiel. De voorzichtige opgaande lijn uit fase 2b wordt nu een duidelijke opgaande lijn. Met een concentratie van 1 uur kan je al heel wat.

Maar het is wel vallen en opstaan. De accu wordt weliswaar duidelijk opgeladen maar is niet vol en loopt snel leeg. De slaapschuld is wel ingelost maar er zijn nog geen reserves aan energie opgebouwd. De zin is weer terug, de energie is terug en de verleiding is groot meteen weer van alles aan te pakken. Het opruimen, bv. van een kast, kostte in fase 2 nog grote moeite en werd telkens uitgesteld maar gebeurt nu spontaan. ‘Maar oh jee, wat is dat, gisteren kon ik nog van alles en vandaag plots niets meer’.

Het probleem is dan waarschijnlijk geweest dat er spontaan aan het opruimen is begonnen, dat op een gegeven moment toch een vermoeibaarheid ontstond maar dat de verleiding te groot was om dit klusje toch even af te maken. Het ging toch juist zo lekker. Het komt er nu op aan vroegtijdig aan de eigen lichaamssignalen te herkennen dat de grens bereikt is en aan zichzelf te observeren wat er gebeurt als die grens genegeerd wordt. Wordt die grens namelijk overschreden dan stijgt de benodigde energie voor een simpele handeling tot een veelvoud van de normale benodigde energie. Er wordt een hoge prijs betaald voor negeren van deze ‘waarschuwingen’. Het kan betekenen dat er na een grensoverschrijdende aktie een vermoeidheid optreedt die tot en met de volgende dag duurt. Dit is aan het begin van fase 3  normaal en is onderdeel van het leerproces. In fase 2 waren grensoverschrijdingen schadelijk voor het herstel; in fase 3 zijn ze, mits bewust voltrokken, een voorwaarde voor verder herstel.
Het wordt belangrijk om aan een energieboekhouding te doen.

Energieboekhouding
Energieboekhouding is essentieel in fase 3. Grenzen van het eigen kunnen zijn nu toegestaan maar er moet goed opgelet worden wanneer de grens bereikt is, waaruit de grensoverschrijding bestaat en wat de prijs is. Wanneer de prijs na enkele keren duidelijk is moet bij volgende wensen tot grensoverschrijding – naar een concert of feestje gaan? – overwogen worden of de prijs de volgende dag wel betaald kan worden. Indien er de volgende dag belangrijke afspraken zijn moet geconcludeerd worden dat de grens dus niet overschreden mag worden. Kan er de volgende dag gerust worden dan mag de grens wel overschreden worden en draagt dit zelfs bij aan het herstel net zoals sporters ook proberen hun grenzen te verleggen.
Met name intellectuele prestaties vragen een hoge prijs. De concentratie is dan ook nog zeer beperkt in deze fase. Veelal ongeveer 1 uur. Dat wil zeggen dat u bij het lezen van een boek na ongeveer 1 uur behoefte krijgt iets anders te gaan doen. Het hoofd is vol.
Het is aan deze instabiele energie te danken dat het leren snel kan gebeuren. Een eventuele foute werkinstelling -systematisch over grenzen gaan zonder oog voor benodigd herstel- komt genadeloos aan het licht. Er kan in deze fase een les voor het leven geleerd worden….het leren kennen, accepteren en respecteren van de eigen grenzen. Door deze fase wordt het doormaken van een periode van overspannenheid een zinvolle gebeurtenis.

Er zijn diverse ondersteunende maatregelen mogelijk.
– Romans lezen. De concentratie blijft in deze fase achter op de rest van de herstellende prestaties. De concentratie herstelt het traagste. Om dit herstel te ondersteunen is het goed om romans (= dikke boeken) te lezen. Lezen zo lang de concentratie het toe laat;  vervolgens het boek weg leggen en daarna nog eens proberen verder te lezen. Door de complexiteit van romans, wordt de lezer gedwongen zich steeds weer af te vragen wat er ook weer eerder gelezen is. In deze fase van terugkerende interesse zal dit leiden tot een versterking van de concentratiekracht.
– Conditieverbetering: dagelijks wandelen en de wandeltijd geleidelijk verlengen.

– De terugkijkoefening: als het mis gaat met de energie is het aan het einde van de dag van belang te evalueren hoe dat kwam. Welk signaal werd genegeerd, waar ging de energie verloren, wat werd te lang doorgezet ?
De hieruit geleerde lessen kunnen doorgetrokken worden naar het onstaan van de overspannenheid als geheel. Hoe is de overspannenheid als geheel ontstaan? Werden er voor de overspannenheid ook signalen genegeerd? Deze vragen kunnen in deze fase eventueel begeleid worden door een psycholoog of coach en dat vormt dan tevens de voorbereiding voor fase 4.
– Gesprekstherapie. Het beleven van de eigen grenzen is voor een groot deel een kwestie van aanvoelen ; het is een ‘gevoelsoordeel’. Is die grens beleefd dan kan het nog lastig zijn die grens te verdedigen middels de benodigde assertiviteit. Een psycholoog kan helpen deze assertiviteit te ontwikkelen en kan helpen zich van het eigen gevoelsoordeel bewust te worden. – Kunstzinnige therapie. Gesprekken kunnen tot een vergrootte aandacht voor de eigen gevoelsoordelen, bv. ‘hier is mijn grens’, leiden maar kunnen het tot stand komen van dit oordeel zelf niet beïnvloeden. Er zijn mensen die van nature veel en krachtig voelen en hierin kunnen verdwalen. Ook zijn er mensen die maar weinig en flauwe gevoelens hebben; ze verdwalen in hun gevoel omdat ze niet goed weten wat ze voelen.
Kunstzinnige therapie kan helpen om enerzijds de kracht van de gevoelens en anderzijds de begrenzing van de gevoelens zelf tot gezonde proporties te optimaliseren.

Tijd voor re-integratieplanning
Er bestaat nu een belangstelling voor uitdagingen. Het wordt zinvol om over de re-integratie na te denken maar dan wel op de wijze zoals bij fase 4 staat beschreven. Een bezoekje aan de werkgever en collega’s kan in deze fase zinvol zijn mits de tijdsduur rekening houdt met de beperkte concentratie. Beperk dit bezoek tot maximaal 30 minuten, want een concentratie op meerdere personen vraagt meer dan het lezen van een boek en is vaak emotioneel beladen.

Aan het einde van fase 3 is er een begrip ontstaan voor de diverse signalen van het eigen lichaam en een respect voor de kracht hiervan. De herstellende weet nu dat het onproductief is om de grenzen klakkeloos te overschrijden en weet dat wanneer dit om een of andere reden toch moet gebeuren er rekening gehouden dient te worden met de hersteltijd. Door dit begrip voor de eigen grenzen en voor de duur van eigen herstel is er een nieuw zelfvertrouwen ontstaan. Het vertrouwen dat afspraken die rekening houden met de eigen grenzen ook nagekomen zullen kunnen worden en dat er daarmee weer verantwoordelijkheid gedragen kan worden. De concentratie zal , mits dit vóór de overspannenheid ook mogelijk was,  richting de 2 uren gaan.

Fase 4 : de re-integratiefase
Het beleid bij fase 4 is afhankelijk van het soort werk. Kantoorwerk vraag meer van de concentratie dan fysiek werk. Maar werk in een fabriekshal kan door de vele geluiden, herrie ook belastend zijn.
Is de concentratie voor enkelvoudige taken (met 1 zaak bezig zijn)  tenminste 2 uur* geworden en is de energie gestabiliseerd dan heeft het zin werkzaamheden gedoseerd maar zonder verantwoordelijkheid te hervatten. Dit wordt werk op therapeutische basis genoemd. Indachtig het geleerde in fase 3 moet er nu op een andere wijze gewerkt worden; werken met voldoende aandacht voor de eigen grenzen. Niet de productie dient staat centraal te staan maar de vraag op welke wijze de herstellende binnen de eigen begrenzingen zinvol werkzaam kan zijn. Bemerkt deze dat de eigen grens bereikt is dan moet het mogelijk zijn onmiddellijk te stoppen met de werkzaamheden en zich terug te trekken dan wel naar huis terug te gaan. Het komt er werkelijk op aan het geleerde uit fase 3 niet alleen in de privésituatie maar ook in de werksituatie in praktijk te brengen.

*Een concentratieboog van 2 uur is natuurlijk alleen haalbaar als dit vóór de overspannenheid ook mogelijk was

Een goed re-integratieplan
Een goed re-integratieplan is een plan dat geen strikte tijdplanning kent maar rekening houdt met de conditie en de fase waarin de overspannen patient zich bevindt.
fase 1 : concentratie kleiner dan 1 uur ; slechte slaap, prikkelbaarheid, : 100 % ziektewet nodig.
fase 2 : concentratie kleiner dan 1 uur ; goede, maar overmatige slaapbehoefte tot 11 uur of meer per dag. Behoefte aan rust, ‘laat me toch met rust’ behoefte aan afsluiting. Denken aan werk ‘vliegt aan’: 100 % ziektewet nodig
fase 3 : concentratie 1-2 uur : stijgende energielijn, afnemende slaapbehoefte met maximaal 0-30 minuten middagslaap per dag. behoefte om iets aan conditieverbetering te doen. Hernieuwde interesse voor werk/ontmoetingen/uitdagingen. Hersteltijd na grensoverschrijdende activiteiten 0,5-1,5 dag. In deze fase kan er zinvol over de re-integratie nagedacht worden en kunnen gesprekken met de werkgever over dit thema opgestart worden.
fase 4 : concentratie minimaal 2 uur (bij het lezen van een boek) ; normale slaapbehoefte ; normale hersteltijd na inspanning; interesse en behoefte weer aan het werk te mogen gaan.

Richtlijnen voor re-integratie in’fase 4′ 
Reïntegreren is in fase 4 niet alleen mogelijk maar zelfs wenselijk. Bent u inmiddels werkeloos of ontslagen zoekt u dan ander werk waar u een re-integratieplan kunt realiseren. Re-integreren doet u nl. niet alleen voor uw werkgever maar vooral voor u zelf !!! Het is een verdere conditieopbouw waar u vooral zelf beter van wordt. Een goed ingerichte werkplek helpt u in deze fase sneller vooruit dan thuis blijven. Indien de voorgaande fasen goed doorlopen zijn zal deze fase geen problemen meer opleveren. Een te vlotte werkopbouw kan tot een terugslag met een slechtere slaap tot gevolg leiden maar dit zal met het geleerde uit fase 3 doorgaans goed op te lossen zijn.

Er dient rekening mee gehouden te worden dat de concentratie nog niet op het oude niveau terug is gekeerd;  als het voorheen de gewoonte was om meerdere zaken tegelijk te doen- multitasken-, dan zal  dit de eerste tijd nog niet lukken.
Het spreekt voor zich dat met name deze fase in nauw overleg met de werkgever en de arbo-arts tot stand komt en dat er heldere afspraken gemaakt moeten worden over het aantal uren en het soort werkzaamheden.

  • Ik stel meestal voor om ‘backoffice’ werkzaamheden te verrichten. In een kamertje alleen, zonder collega’s en zonder tijdsdruk wat opruim/archiveer/ computerwerkzaamheden te verrichten . Zodra er signalen van overbelasting komen te stoppen met het werk en iets anders te gaan doen of naar huis te gaan.
  • Ga geen frontoffice/ balie/ klantgebonden werkzaamheden verrichten. Klanten/ kinderen kun je niet naar eigen believen weg sturen als het teveel wordt. Ze gaan protesteren en kosten dan meer energie.
  • Start met 2 of 3 keer per week 2 uur werk gedurende 2 weken. Breidt dit dan met telkens 3-4 uur per 2 weken uit :  3×2 wordt 3×3 ; dan 3×4; 4×4 en verder in overleg al naar gelang het aantal uren van het arbeidscontract en al naar gelang de problemen die zich eventueel voordoen.
  • Verdeel deze dagen over de week. Dus niet 3 dagen achtereen maar telkens 1 dag ertussen.
  • Houdt er rekening mee dat het begin en het einde van de re-integratie het meeste moeite kost. Het begin omdat alles weer nieuw is. Het einde omdat er geen rustdagen of rustmiddagen meer zijn.
  • Zorg voor voldoende pauzes. Dus na 2 uur werk: korte pauze; na 4 uur werk: lange pauze.
  • De slaap mag niet veranderen! Een slaap die tijdens de re-integratie verandert geeft aan dat er sprake is van overbelasting. Dit geldt zowel voor een afnemende als voor een toenemende slaap

Reintegratie in de thuissituatie
Bent u werkeloos dan valt het niet mee om de concentratie boven de 2 uur te krijgen.
Werkzaamheden thuis vragen doorgaans minder concentratie en de druk om daar overheen te gaan is er niet. Bent u daar tevreden mee en is er geen noodzaak om werk te vinden dan kunt u het hierbij laten.
Bent u wel van plan werk te gaan zoeken dan is het verstandig om alvast een extra inspanning te leveren. Twee uur concentreren lijkt aardig, maar voor een 8-urige werkdag is dit volstrekt onvoldoende. Wat kunt u thuis wel doen om uw concentratie te verbeteren?
–  lees 2 uur of langer een boek
– leer een taal en wissel dit af met het lezen van een boek
– plan een wereldreis. Zeer precies en van minuut tot minuut. Zoek uit waar u de auto parkeert, hoe u van de parkeerplaats naar de luchthaven komt, hoe laat de bus gaat, waar die stopt, Hoe lang het lopen is naar de vertrekhal enz. enz. Hoe exotischer uw denkbeeldige bestemming hoe interessanter het voor uw concentratie-opbouw wordt.
NB. Dit is wellicht een nogal klimaatonvriendelijk voorstel, maar het gaat er niet om dat u werkelijk vliegt, maar dat u ongewone situaties bedenkt en daar de oplossing voor zoekt.

Begin hiermee, net zoals wanneer u een baan hebt, met 3x/week 2 uur en breidt dit uit volgens dezelfde richtlijnen. U zult hiermee waarschijnlijk niet aan 5 x 8 uur komen maar toch wel een stuk verder dan 2 uur en dat is mooi meegenomen. Het is in een dergelijk geval beter om snel in de lengte te gaan. Dus 2×6 uur is beter dan 3×4 uur. Wanneer 6 uur achtereen werken – met korte pauzes, zoals in een werksituatie- lukt, dan kan dit geintensiveerd worden door het 2 dagen achtereen proberen vol te houden.

 Foute herstel en re-integratieplannen
De grootste fouten die bij het omgaan met overspannenheid gemaakt worden bestaan er uit dat fase 4 te vroeg geïntroduceerd wordt. Het werd al genoemd bij de bespreking van fase 1. Het ziekmelden blijkt voor sommigen een onoverkomelijke hobbel.

  • Het kan voorkomen dat de patiёnt zelf de situatie onderschat maar veel vaker komt het onheil van een andere kant.
  • De werkgever gaat voor dokter spelen; beoordeelt dat het allemaal reuze meevalt en er best gewerkt kan worden. Er kan gedreigd worden, dagelijks of zelfs meermaals daags gebeld worden, loon niet uitbetaald worden, gedreigd worden met ontslag of, bij een lopend arbeidsprobleem, juist helemaal niet gereageerd worden zodat het probleem blijft bestaan Dit werkt allemaal averechts op het herstel en houdt de betrokkene gevangen in fase 1.
  • Ook arbo-artsen kunnen een bedenkelijke rol spelen. Er blijken in de wereld van de arbo-artsen diverse opvattingen te bestaan rond overspannenheid. Een deel van de artsen zal onderkennen dat het bij overspannenheid doorgaans gaat om plichtsgetrouwe en nauwgezette medewerkers die een drempel moeten overwinnen om zich ziek te melden en die eigenlijk tegen zichzelf beschermd dienen te worden Deze artsen laten ruimte aan de werknemer om te herstellen en plannen royale termijnen in ( 1 maand) voordat de betrokkene terug dient te komen op het spreekuur. Ze moedigen de werknemer aan de tijd te nemen voor het herstel en geduldig te zijn. Dat beleid werkt in combinatie met het herstelplan het beste. Een bezoek aan een dergelijke arbo-arts leidt niet tot een terugval in de conditie. Er zijn helaas minstens zoveel arbo-artsen die een minder vruchtbare aanpak hanteren. Afgezien van onheus gedrag ( slecht geïnformeerd zijn , ongeinteresseerdheid, bevooroordeeldheid) zijn er artsen die in principe integer willen handelen maar daarbij deze fasen niet onderkennen. De strategie van zo’n arbo-arts kan erop gericht zijn ‘het contact met de werkvloer niet te laten verliezen’ of gebaseerd zijn op angst voor conditieverlies bij de patiёnt. De patiёnt moet dan aan het werk blijven terwijl dat juist niet meer gaat. Het kan voorkomen dat de ziekmelding geaccepteerd wordt maar veel te kort… enkele weken. De patiёnt voelt zich niet begrepen en gaat er tegen op zien de arbo-arts te bezoeken. Op het bezoek aan de arbo-arts wordt geregeld al een week van tevoren geanticipeerd en leidt dan al een week van tevoren tot slaapproblemen en terugvalverschijnselen. Zonde van zo’n week; nog afgezien van de schade die door het gesprek met de arbo-arts aangericht wordt. Er is bovendien sprake van een zeer ongelijke situatie. De Arbo arts is deskundiger en bovendien mentaal gezond. De patient is mentaal verzwakt en kan gemakkelijk in een richting gestuurd worden die helemaal niet goed voelt. Het kan verstandig zijn om daarom al bij het begin van een gesprek met de arbo-arts te wijzen op de beperkte concentratie en te verzoeken hier bij de duur van het gesprek en de aard van de vragen rekening mee te houden. Bij conflicten kunt u zich het beste vervroegd bij mij op het spreekuur melden zodat een strategie voor de omgang met de arbo-arts uitgestippeld kan worden.

Er ontstaat door een te snelle integratiewens waarbij geen rekening wordt gehouden met de concentratie een langdurige fase 1 met als dreiging dat, wanneer eindelijk ingezien wordt dat het herstel op deze wijze uitblijft, de patiёnt weliswaar langer thuis mag blijven maar het krediet bij de collega’s of werkgever inmiddels verspeeld is of dat de wettelijke termijn waarop de wetgever ingrijpt bereikt is. Vanaf 6 maanden ziektewet dienen er allerhande formulieren ingevuld te worden; geen probleem voor een herstellende in fase 4 maar zeer belastend voor een patiёnt in fase 1.

Een verlenging van het herstel heeft voor het ene beroep meer consequenties dan voor het andere beroep. Bij leerkrachten kan een probleem zijn dat wanneer een vervanger te lang voor de klas staat, er allerhande gewoontes in de klas komen die de eigen, zieke, leerkracht niet op prijs stelt. Het kost de leerkracht extra energie zich de klas weer eigen te maken en voor de kinderen is het verschil in beleid verwarrend . Ook kan een vervanger zelf de klas als de eigen klas gaan beschouwen en dit bij het therapeutisch opstarten van werkzaamheden in de klas duidelijk laten merken. Met name bij dergelijke beroepen dient een verlengd herstel voorkomen te worden en is het juist zaak een effectief herstelplan te volgen.

Bij andere beroepen spelen weer andere processen die maken dat er voor een verlengd herstel een hogere prijs wordt betaald: niet alleen fase 1 duurt dan langer, de andere fasen gaan ook langer duren en de laatste fase, de re-integratie duurt zeker langer.

 

Terug