Kanker

Effecten van HM10 bij kanker
Over de effecten van deze therapie bij chronisch vermoeide kankerpatiënten zijn nog minder duidelijke uitspraken te doen als bij fibromyalgie en cvs. Afgezien van het feit dat het gelukkig om veel minder patiënten gaat doen zich ook nogal eens praktische problemen voor z.a. : vlak na het stellen van de diagnose vindt er vaak een intensieve en ingrijpende therapie plaats die nogal eens , zoals bij chemotherapie, forse consequenties heeft voor de immune afweer. Dan ligt het niet bepaald voor de hand wekelijks injecties in een ader te gaan geven die een eventueel infectierisico met zich mee brengen.

Na afloop van een intensieve behandeling kunnen patiënten weliswaar erg moe zijn maar nogal eens zijn zij tevens therapiemoe….even niet. Bovendien willen zij terecht bezien of de moeheid wellicht niet vanzelf over gaat.
Na verloop van tijd , als de moeheid niet vanzelf over gaat , komen ze vaak niet vanzelf met deze klacht bij de huisarts ; ze zijn immers gewend door de internist/chirurg behandeld te worden. In principe is er dan wel de beste mogelijkheid om de moeheid te behandelen. Ik vind het resultaat bemoedigend .

In een terminale fase ontstaan er niet zelden allerhande verwikkelingen die een consequent volgen van de therapie onmogelijk maken. Dat betekent echter niet dat het dan niet zinvol zou kunnen zijn. Voor de huisarts betekent het toch toepassen van deze therapie in een terminale fase in eerste instantie een tijdsinvestering omdat er dan een wekelijks mogelijk een extra visite afgelegd dient te worden om de injectie toe te dienen. Ikzelf bied dat wel aan en heb diverse malen meegemaakt dat een voorheen geheel bedlegerige patiёnt zover opknapte dat deze weer in de stad een kopje koffie ging drinken…….het toppunt van geluk op zo’n moment. Het effect duurt begrijpelijkerwijs maar kort , een terminale fase blijft terminaal ,maar trad gelukkig in deze beschreven situaties buitengewoon snel op d.i. reeds na de tweede prik. Een kuur van 10 is wsch niet nodig en uiteraard vaak zelfs onmogelijk. Een patiёnt die niet reageerde in deze fase bleek bij nader onderzoek een ernstige schildklierafwijking ontwikkeld te hebben ; dat was mogelijk een verklaring van de moeheid en bij een somatisch verklaarde moeheid helpt HM10 nu eenmaal niet.

Onderzoek naar effect van HM10 bij vermoeidheid bij kanker
Nader onderzoek zal t.z.t. uit moeten wijzen hoe deze therapie bij kankerpatiënten het beste ingezet kan worden. Gezien de resultaten bij tot nu toe wel enigszins gevolgde ziektebeelden als wintermoeheid , fibromyalgie en chronische vermoeidheid waarbij steeds een effect rond de 70-80% gevonden wordt , verwacht ik dit percentage ook bij kankerpatiënten te vinden. Dit zou goed kunnen passen bij mijn eigen beperkte ervaringen met dit type moeheid.
Dit onderzoek kan echter nog wel enige tijd op zich laten wachten tenzij op korte termijn financiering gevonden wordt voor een dergelijk onderzoek. Financiering lijkt op dit moment het belangrijkste obstakel voor verder onderzoek omdat de beschikbare financiering reeds voor ander onderzoek ingezet wordt. Er wordt op dit moment niet actief naar financiering voor een dergelijk onderzoek bij kankerpatiënten gezocht.